ECLI:NL:OGEAA:2019:611

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
12 september 2019
Publicatiedatum
30 september 2019
Zaaknummer
AUA201800843
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
  • J.R. Geerman
  • E.E. de Cuba
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het recht op ziekengeld na ziekmelding wegens cerebrovasculaire aandoeningen

In deze zaak heeft het College van Beroep op 12 september 2019 uitspraak gedaan over het beroep van een appellant tegen de beslissing van de Sociale Verzekeringsbank van 6 maart 2018. De bank had besloten dat de appellant vanaf 14 maart 2018 geen recht meer had op ziekengeld in verband met verminderde belastbaarheid door sequelae na multipele cerebrovasculaire aandoeningen. De appellant had zich op 14 maart 2016 voor het eerst ziek gemeld wegens sequelae na deze aandoeningen en op 10 juli 2017 opnieuw, maar met een andere diagnose, namelijk een Transient Ischemic Attack (TIA). De appellant stelde dat deze ziektemeldingen niet dezelfde ziekteoorzaak betroffen en dat hij recht had op ziekengeld.

Het College heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld, waaronder de medische geschiedenis van de appellant en de relevante wetgeving, in dit geval artikel 5, lid 1 van de Landsverordening ziekteverzekering (LvZv). Dit artikel stelt dat het recht op ziekengeld voor dezelfde ziekteoorzaak vervalt na twee jaar. Het College concludeerde dat de ziekmelding in juli 2017 inderdaad dezelfde ziekteoorzaak betrof als die in maart 2016, namelijk een cerebrovasculaire aandoening. Daarom heeft de appellant geen recht meer op ziekengeld vanaf 14 maart 2018.

De uitspraak van het College leidde tot de conclusie dat het beroep van de appellant ongegrond werd verklaard, waarmee de beslissing van de bank werd bevestigd. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste interpretatie van ziekteoorzaken in het kader van de ziekteverzekering en de gevolgen daarvan voor het recht op ziekengeld.

Uitspraak

Uitspraak van 12 september 2019
CvB nr. AUA201800843
COLLEGE VAN BEROEP
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening ziekteverzekering (LvZv) van:
[Appellant],
wonende in Aruba,
APPELLANT
gemachtigde: mr. S.O.R.G. Faarup,
tegen de beslissing van 6 maart 2018 van
DE SOCIALE VERZEKERINGSBANK,
zetelend in Aruba,
VERWEERDER, hierna te noemen de bank,
gemachtigde: de advocaat mr. M.D. Tromp.

1.HET PROCESVERLOOP

1.1
Bij beslissing van 6 maart 2018 heeft de bank besloten dat appellant vanaf 14 maart 2018 geen recht meer heeft op tegemoetkoming in verband met verminderde belastbaarheid wegens sequelae na multipele cerebrovasculaire aandoeningen, aangezien twee jaren zijn verstreken sinds de eerste ziektemelding ter zake van die ziekte.
1.2
Tegen deze beslissing heeft appellant op 28 maart 2018 schriftelijk beroep aangetekend.
1.3
Op 2 augustus 2018 heeft de bank een verweerschrift ingediend.
1.4
Het beroep van appellant is, na een keer te zijn aangehouden op verzoek van appellant, op de bijeenkomst van 16 mei 2019 van dit College behandeld, in aanwezigheid van appellant in persoon, bijgestaan door de gemachtigde mr. S.O.R.G. Faarup voornoemd, en namens de bank, mevrouw drs. Viviana Bustos, verzekeringsarts, de heer drs. Marcel Romijn, bedrijfsarts, en mevrouw mr. B. Every, juridisch adviseur, bijgestaan door de gemachtigde voornoemd.
2.DE BEOORDELING
2.1
Appellante kan zich niet verenigen met de beslissing van de bank om hem geen ziekengeld meer toe te kennen en heeft zich – samengevat – op het standpunt gesteld dat zijn ziektemelding op 10 juli 2017 niet dezelfde ziekteoorzaak betrof als zijn ziektemelding op 14 maart 2016. Ter onderbouwing hiervan heeft appellant aangevoerd dat hij zich op 14 maart 2016 ziek had gemeld wegens een CVA, en dat hij zich vervolgens op 10 juli 2017 ziek heeft gemeld wegens een Transient Ischemic Attack (TIA). De controlekaart wegens deze laatste ziektemeldingskaart expireert pas op 10 juli 2019. Hij heeft dus recht op tegemoetkoming.
2.2
Ingevolge artikel 5, eerste lid, van de LvZv, voor zover thans van belang, heeft de werknemer die als gevolg van ziekte arbeidsongeschikt is, recht op ziekengeld vanaf de vierde dag van de ziekmelding. Het recht op ziekengeld ter zake van eenzelfde ziekteoorzaak vervalt na twee jaar.
2.3
In geschil is de vraag of de bank op goede gronden heeft besloten dat in dit geval sprake is van eenzelfde ziekteoorzaak als bedoeld in de tweede volzin van artikel 5, lid 1 van de LvZv.
2.4
Het College gaat bij de beoordeling uit van de volgende feiten en omstandigheden.
2.4.1
Appellant heeft zich op 14 maart 2016 voor het eerst arbeidsongeschikt gemeld wegens sequelae na multipele cerebrovasculaire aandoeningen en werd onder ziektemeldingskaart nr. 656146 gecontroleerd.
2.4.2
Appellant heeft zich op 10 juli 2017 arbeidsongeschiktheid gemeld bij de bank wegens een TIA.
2.4.3
Uit de ontslagbrief van 16 november 2017 van de afdeling neurologie van het ziekenhuis, blijkt dat appellant vanaf februari 2016 bekend is met CVA’s en TIA’s, dat hij op 28 oktober 2017 wegens een CVA in het ziekenhuis werd opgenomen en dat hij in de loop van de tijd steeds meer blijvende neurologische verschijnselen als gevolg van de CVA heeft overgehouden.
2.5
Uit de medische literatuur blijkt dat TIA en CVA, cerebrovasculaire aandoeningen zijn. Een TIA is een tijdelijke of voorbijgaande beroerte, waarbij de verschijnselen van beroerte kort aanhouden. Een CVA is een beroerte of ‘stroke’, waarbij een deel van de hersenen opeens te weinig of geen zuurstof krijgt.
2.6
Gelet hierop en op genoemde feiten en omstandigheden heeft de bank naar het oordeel van het College, op goede gronden geconstateerd dat de ziekmelding in juli 2017 dezelfde ziekteoorzaak betreft als die in maart 2016 namelijk cerebrovasculaire aandoening (beroerte). Op grond van artikel 5, lid 1 van de LvZv heeft appellant vanaf 14 maart 2018 geen aanspraak meer op ziekengeld ter zake van deze ziekteoorzaak.
2.7
Het vorenstaande leidt tot de slotsom dat het beroep ongegrond moet worden verklaard.

3.BESLISSING

Het college
- verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven op 12 september 2019 door mr. N.K. Engelbrecht, voorzitter, J.R. Geerman en E.E. de Cuba, leden, in tegenwoordigheid van de secretaris.