ECLI:NL:OGEAA:2019:588

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
11 september 2019
Publicatiedatum
20 september 2019
Zaaknummer
A.R. AUA201900330
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over kosten water en elektra in huurwoning

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, betreft het een geschil tussen de vennootschap Golden Property Management & Enterprises N.V., hierna Platinum, en de gedaagde, die een woning huurt van Platinum. Het geschil draait om de afrekening van de kosten voor water en elektra die de gedaagde volgens Platinum onbetaald heeft gelaten. De gedaagde erkent een deel van de kosten, maar beroept zich op een afspraak met de manager van Platinum, waarin zou zijn afgesproken dat een bedrag van Afl. 50,- op elke rekening in mindering zou worden gebracht en dat zijn eigen verbruik slechts zou worden berekend tegen US$ 100,- per maand.

Platinum ontkent het bestaan van deze afspraak en stelt dat de gedaagde nooit een defect aan de waterpomp of andere gebreken heeft gemeld. De rechter heeft behoefte aan nadere informatie van Platinum, waaronder facturen en gegevens over de waterleiding. Een comparitie van partijen is gelast, waarbij de gedaagde in persoon en Platinum vertegenwoordigd moet zijn. De rechter heeft ook aangegeven dat niet verschijnen gevolgen kan hebben voor de partij die niet verschijnt.

De uitspraak van de rechter, mr. J. Sap, is gedaan op 11 september 2019, waarbij een verschijning van partijen is gelast voor het geven van inlichtingen en/of ter beproeving van een minnelijke regeling. De gedaagde moet in persoon aanwezig zijn, terwijl Platinum vertegenwoordigd moet zijn door iemand die bevoegd is om haar te vertegenwoordigen en eventueel een vaststellingsovereenkomst te sluiten. Verdere beslissingen zijn aangehouden.

Uitspraak

Vonnis van 11 september 2019
Behorend bij A.R. AUA201900330
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de vennootschap
GOLDEN PROPERTY MANAGEMENT & ENTERPRISES N.V. H.O.D.N. PLATINUM PROPERTY MANAGMENT,
te Aruba,
EISERES, hierna ook te noemen: Platinum,
gemachtigde: mr. M.G.A. Baiz,
tegen:
[GEDAAGDE],
te Aruba,
GEDAAGDE, hierna ook te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: mr. G.M. Sjiem Fat.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE BEOORDELING

2.1
Het geschil handelt (in hoofdzaak) over de afrekening van de kosten voor water en elektra in de door [gedaagde] gehuurde woning aan de [adres] te Gold Coast, Aruba. Platinum heeft zich op het standpunt gesteld dat [gedaagde] deze kosten (grotendeels) onbetaald heeft gelaten. [gedaagde] heeft dit in zoverre erkend, waarbij hij zich beroept op een afspraak die hij zou hebben gemaakt met de manager [naam manager]. In die zin beroept hij zich op een afwijkende afspraak zoals bedoeld in art. 7 van de huurovereenkomst. Als omstandigheden die tot deze afspraak hebben geleid noemt [gedaagde]
- een defecte waterpomp van het zwembad;
- het feit dat een studio, die niet tot het gehuurde behoort ook op de elektriciteits- en watermeter van de woning draait.
Volgens [gedaagde] is enerzijds voor zowel het water- als het elektriciteitsverbruik afgesproken dat Afl. 50,- op iedere rekening van water en elektra in mindering zou worden gebracht. Volgens [gedaagde] is anderzijds afgesproken dat zijn eigen verbruik slechts zou worden berekend tegen US$ 100,- per maand voor zowel water als elektra.
Platinum heeft het bestaan van deze afspraak ontkend.
2.2
Daarnaast blijkt uit de stellingen van [gedaagde], als ook uit het door hem gemaakte filmpje, dat er mogelijk een defect was in de waterleiding achter de meter. Volgens [gedaagde] is dit geconstateerd door een medewerker van de WEB en was dit ook al langer bekend bij Platinum. Platinum heeft gesteld dat er geen defect was aan de waterpomp, dat de studio is voorzien van een tussenmeter en dat de lekkage niet is aangetoond. Volgens Platinum heeft [gedaagde] een dergelijk gebrek ook nooit gemeld aan Platinum.
2.3
Voorts hebben partijen nog gedebatteerd over een aantal kleinere kosten, waaronder wasserettekosten, late checkout; cable en internetkosten en schade aan het gehuurde (kapotte kluis).
2.4
Het gerecht heeft behoefte aan nadere informatie, waarbij het van Platinum de volgende informatie wil ontvangen:
- de plaats van de tussenmeter van de studio in relatie tot de meter van de woning van [gedaagde] en de aan de studio in rekening gebrachte kosten voor water en elektra;
- de facturen over de maanden januari tot en met juli 2018 met betrekking tot het onderhoud c.q. herstel van het zwembad;
- de facturen die Platinum van WEB en Elmar heeft ontvangen in de jaren 2017, 2018 en 2019;
- de (eventuele) gegevens waaruit blijkt dat na onderzoek van WEB is gebleken dat geen sprake was van een lekkage in de waterleiding;
- het door partijen getekende opnameformulier bij aanvang van de woning.
2.5
Het gerecht zal daartoe een comparitie van partijen gelasten, waarop [gedaagde] in persoon en Platinum deugdelijk vertegenwoordigd dienen te verschijnen.
2.6
Het gerecht wijst partijen erop dat het uit een niet verschijnen van een partij ter comparitie de gevolgtrekkingen – ook in het nadeel van die partij – kan maken die het geraden zal achten.
2.7
De partij die zich ter comparitie op bescheiden wil beroepen, dient die stukken (niet zijnde pleitnota’s, want die worden - óók ter zitting - niet toegelaten) in afwijking van 12 Procesreglement 2016, uiterlijk één week vóór de zitting, in fotokopie aan de wederpartij en aan de griffier van het gerecht over te leggen.
2.8
De partij die is verhinderd om op de hierna te bepalen datum en tijdstip te verschijnen, dient, in afwijking van het bepaalde in artikel 14 Procesreglement 2016, binnen veertien dagen na het wijzen van dit vonnis per brief aan ondergetekende rechter onder opgave van redenen een verzoek om uitstel in te dienen. Bij het verzoek om uitstel dienen tevens de verhinderdata te worden opgegeven van alle partijen en hun gemachtigden gedurende de drie maanden na onderstaande dagbepaling. Indien niet binnen veertien dagen na het wijzen van dit vonnis om uitstel is verzocht, zal nog slechts uitstel worden verleend in geval van overmacht. In dat geval moet de partij die wegens overmacht is verhinderd te verschijnen, onmiddellijk na het intreden van die overmacht per brief aan ondergetekende rechter een verzoek om uitstel doen.
2.9
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
gelast een verschijning van partijen voor het geven van inlichtingen en/of ter beproeving van een minnelijke regeling op de terechtzitting van mr. J. Sap, rechter in dit gerecht, op woensdag,
9 oktober 2019 om 14:00 uurin een nader aan te duiden zaal van het gerechtsgebouw aan de J.G. Emanstraat 51, Oranjestad, Aruba;
bepaalt dat [gedaagde] dan in persoon aanwezig moet zijn en dat Platinum dan vertegenwoordigd moet zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is en ofwel rechtens ofwel op grond van een bijzondere schriftelijke volmacht bevoegd is haar te vertegenwoordigen en eventueel een vaststellingsovereenkomst te sluiten;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag, 11 september 2019 in aanwezigheid van de griffier.