ECLI:NL:OGEAA:2019:583

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
10 september 2019
Publicatiedatum
16 september 2019
Zaaknummer
AUA201803571
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onder curatelestelling wegens verkwisting van een meerderjarige met zwakbegaafdheid

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 10 september 2019 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek tot ondercuratelestelling van een meerderjarige, verweerder, die lijdt aan zwakbegaafdheid en verkwistend gedrag vertoont. Verzoekster, de moeder van verweerder, heeft het verzoek ingediend op 6 november 2018, met als doel haar zoon onder curatele te stellen wegens zijn onvermogen om zijn financiën te beheren en zijn kwetsbaarheid voor misbruik door derden. Tijdens de mondelinge behandeling op 26 maart 2019 is vastgesteld dat verweerder aanzienlijke schulden heeft opgebouwd door geld te lenen aan anderen zonder terugbetaling, en dat hij regelmatig ondoordachte financiële beslissingen neemt. Het gerecht heeft vastgesteld dat er sprake is van een patroon van verkwistende handelingen en dat de verwachting bestaat dat dit gedrag niet zal stoppen. Verweerder heeft geen bezwaar gemaakt tegen de benoeming van zijn moeder als curatrice, wat in zijn belang wordt geacht. De beschikking bevat ook bepalingen over de verplichtingen van de curatrice met betrekking tot het beheer van de financiën van verweerder, waaronder het indienen van een boedelbeschrijving en jaarlijkse verantwoording. De beschikking is gepubliceerd in de Landscourant van Aruba en in lokale dagbladen.

Uitspraak

Beschikking van 10 september 2019
behorend bij EJ. nr. AUA201803571
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[Verzoekster],
wonende in Aruba, te [adres],
VERZOEK,
gemachtigde: de advocaat mr. G.L. Griffith,
om ondercuratelestelling van haar zoon:
[Verweerder],
wonende in Aruba, [adres],
VERWEERDER,
in persoon,
Belanghebbenden:
[vader], de vader,
[zus], de zus.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingediend op 6 november 2018.
- de mondelinge behandeling ter zitting van 26 maart 2019, waar zijn verschenen verzoekster bijgestaan door zijn gemachtigde voornoemd, verweerder en belanghebbenden in persoon.
De uitspraak is nader

2.HET VERZOEK

Het verzoek strekt ertoe dat verweerder onder curatele wordt gesteld wegens verkwisting, met benoeming van [verzoekster] tot curat.
Daartoe wordt gesteld dat verweerder zwakbegaafd is en door derden wordt misbruikt. Zo is hij een persoonlijke lening aangegaan om derden geld te kunnen lenen, heeft hij spullen – al dan niet op afbetaling – gekocht voor derden, en heeft hij diverse rekeningen van derden betaalt, zonder dat hij wordt terugbetaald, met het gevolg dat hij meerdere schulden heeft en niet meer kan voorzien in zijn eigen levensonderhoud. Inmiddels heeft verweerder een schuld bij Crown van bijna Afl. 9.000,- voor het kopen op krediet van goederen ten behoeve van ene [naam 1]], en een schuld bij de CMB bank van ruim Afl. 15.000,- uit een persoonlijke lening die hij is aangegaan om ene [naam 2] en ene [naam 3] geld te lenen. Hij heeft tevens elektriciteitsrekeningen voor ene [naam 4] betaalt en een telefoonrekening ad Afl. 2.096,- voor iemand anders.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het verzoek is gegrond op artikel 1:378, lid 1 onder sub b van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA). Ingevolge deze bepaling kan een meerderjarige, door de rechter, onder curatele worden gesteld wegens verkwisting. Het begrip verkwisting dient te worden vastgesteld op grond van feiten en omstandigheden. Voorts dient er sprake te zijn van een patroon van verkwistende handelingen en dient de verwachting te bestaan dat het verkwistende handelen niet zondermeer zal stoppen.
3.2
Ter onderbouwing van het verzoek heeft verzoekster, gesteund door de belanghebbenden en een rapportage van een psycholoog, aangevoerd dat verweerder vanwege zijn zwakbegaafdheid en persoonlijkheidskenmerken, niet in staat is doordachte beslissingen te nemen, en de strekking van zijn beslissingsproces niet inziet. Zo leent hij geld aan anderen zonder dat dit hem wordt terugbetaald, waardoor hij zelf in de financiële problemen komt.
Verweerder heeft ter zitting te kennen gegeven dat hij graag zijn vrienden financieel helpt, en dat hij het niet erg vindt dat hij niet wordt terugbetaald. Hij heeft een schuld van totaal Afl. 32.000,-, een maandelijkse aflossing van Afl. 1.200,- en een netto-maandinkomen van Afl. 2.100,-.
3.3
Uit het verhandelde ter zitting en de overgelegde stukken is genoegzaam gebleken dat verweerder niet in staat zelf zorg te dragen voor het beheer van zijn eigen financiën. Hij neemt regelmatig ondoordachte financiële beslissingen en is niet in staat de gevolgen van zijn gedragingen te overzien. Verder acht het gerecht het aannemelijk dat verweerder niet is opgewassen tegen personen die misbruik maken van zijn vertrouwen. Naar het oordeel van het gerecht is hier sprake van een patroon van verkwistende handelingen. Tevens bestaat de verwachting dat het verkwistend handelen van verweerder, gelet op zijn zwakbegaafdheid en persoonlijkheidskenmerken, niet zondermeer zal stoppen. Het verzoek tot ondercuratelestelling is dan ook voor toewijzing vatbaar.
3.4
Verweerder heeft te kennen gegeven geen bezwaar te hebben tegen benoeming van zijn moeder tot zijn curatrice. Deze benoeming strookt ook naar het oordeel van het gerecht het meest met de belangen van de verweerder. Nu voor het overige niet van bezwaren daartegen is gebleken, zal het gerecht dienovereenkomstig beslissen.
3.5
De curatrice dient ingevolge artikel 1:386 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) juncto artikel 1:338 BW
binnen acht wekenna aanvang van haar taak als curatrice een schriftelijke opgave ter griffie van dit gerecht te doen van de bij het begin van de curatele aanwezige gerede gelden, effecten aan toonder en spaarbankboekjes.
De curatrice dient voorts
binnen acht maandenna aanvang van haar taak als curatrice ter bevestiging van haar deugdelijkheid een door haar ondertekende boedelbeschrijving bij de griffie van dit gerecht in te dienen. In de boedelbeschrijving is begrepen opgave van de wijzigingen in de samenstelling van het vermogen tot het ogenblik dat zij wordt opgemaakt.
3.6
De curatrice dient ingevolge artikel 1:386 lid 1 BW in samenhang met artikel 1:359 lid 1 BW
jaarlijkseen rekening van haar bewind over de goederen van de onder curatele gestelde ter griffie van dit gerecht in te dienen, voor het eerst uiterlijk op
1 juni 2021.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
stelt [verweerder], geboren op [geboortedatum] 1981 in Aruba, onder curatele,
benoemt over de onder curatele gestelde tot curat zijn moeder, [verzoekster], geboren op [geboortedatum] 1956 in Aruba en wonende in Aruba,
bepaalt dat deze uitspraak vanwege de curatrice binnen tien (10) dagen nadat deze ten uitvoer kan worden gelegd, wordt geplaatst in de Landscourant van Aruba, alsmede in de dagbladen “DIARIO” en “AMIGOE DI ARUBA”.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter terechtzitting van dinsdag 10 september 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.