ECLI:NL:OGEAA:2019:576
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid ziekenhuis en gebitschade na operatie
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderde eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.G. Kock, een schadevergoeding van Afl. 3.875,- van gedaagde, de Stichting Ziekenverpleging Aruba, vertegenwoordigd door advocaat mr. W.G.T.M. Kloes. Eiser stelde dat hij tijdens een operatie op 19 november 2012 schade aan zijn gebit had opgelopen door toedoen van de anesthesist. Eiser baseerde zijn vordering op een toezegging van dr. [anesthesioloog A] tijdens een preoperatieve screening op 8 oktober 2012, waarin werd vermeld dat eventuele schade aan zijn gebit vergoed zou worden.
Het Gerecht beoordeelde de aansprakelijkheid van gedaagde op basis van artikel 7:462 BW, dat bepaalt dat ziekenhuizen aansprakelijk zijn voor tekortkomingen in de uitvoering van geneeskundige behandelovereenkomsten. Het Gerecht oordeelde dat dr. [anesthesioloog A] niet bevoegd was om gedaagde te binden aan de toezegging, omdat er geen bewijs was dat hij daartoe gemachtigd was. Daarnaast werd vastgesteld dat de behandelende anesthesist, dr. [anesthesioloog B], zorgvuldig had gehandeld door spinale epidurale anesthesie aan te bevelen in plaats van algehele narcose, wat eiser had afgewezen.
Uiteindelijk concludeerde het Gerecht dat de vordering van eiser moest worden afgewezen, omdat er geen onzorgvuldig handelen was vastgesteld van de zijde van gedaagde. Eiser werd veroordeeld in de proceskosten, maar kreeg toestemming om kosteloos te procederen, gezien zijn financiële situatie. De uitspraak werd gedaan op 4 september 2019.