ECLI:NL:OGEAA:2019:571

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
4 september 2019
Publicatiedatum
13 september 2019
Zaaknummer
AR 201600842
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake testament en erfgenamen met betrekking tot onroerend goed te Aruba

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. M.M. Malmberg, een vordering ingesteld tegen gedaagde, vertegenwoordigd door mr. R. Marchena, met betrekking tot de nalatenschap van erflater, die op 15 januari 2016 een testament heeft opgemaakt. Eiseres vorderde onder andere de vernietiging van het testament en de verdeling van de nalatenschap, maar gedaagde voerde verweer en concludeerde tot niet-ontvankelijkheid van eiseres.

De procedure verliep via verschillende processtukken, waaronder een conclusie van repliek en dupliek. Eiseres stelde dat erflater niet in staat was om haar wil te bepalen en dat er sprake was van misbruik van omstandigheden, maar dit werd door gedaagde betwist met bewijs van de huisarts. Het gerecht oordeelde dat eiseres onvoldoende onderbouwing had voor haar stellingen en dat de overige erfgenamen niet in het geding waren betrokken, wat haar vorderingen ondermijnde.

Uiteindelijk oordeelde het gerecht dat eiseres onvoldoende belang had bij haar vorderingen, omdat de overige erfgenamen niet waren betrokken en het gevorderde niet toewijsbaar was. Eiseres werd veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die op Afl. 2.500,- werden begroot. Het gerecht verleende eiseres toestemming om kosteloos te procederen, maar wees haar vorderingen af.

Uitspraak

Vonnis van 4 september 2019
Behorend bij A.R. no. AUA201600842
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
[eiseres],
wonende in Aruba,
eiseres,
gemachtigde: de advocaat mr. M.M. Malmberg,
tegen:
[gedaagde],
wonende in Aruba,
gedaagde,
gemachtigde: de advocaat mr. R. Marchena.

1.DE VERDERE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure tot en met 5 oktober 2016 blijkt uit het tussenvonnis van die datum. Daarna zijn de volgende processtukken gewisseld:
- conclusie van repliek;
- conclusie van dupliek;
- akte uitlating producties.
1.2
Vonnis is nader bepaald op heden.
1.3
Dit vonnis wordt gewezen door een andere rechter dan de rechter die het tussenvonnis heeft gewezen, omdat de eerste rechter niet meer werkzaam is bij dit gerecht.

2.DE FEITEN

Als enerzijds gesteld en anderzijds onvoldoende betwist staan tussen partijen de volgende feiten vast:
2.1 [
erflater] (hierna: erflater) is te Aruba overleden op [overlijdensdaum] 2016 onder achterlating van een testament, verleden te Aruba op 15 januari 2016.
2.2
Partijen zijn samen met 7 anderen kinderen van erflater (totaal 9 kinderen).
2.3
Bij testament heeft erflater aan gedaagde gelegateerd het recht van erfpacht op een perceel domeingrond met de daarop gebouwde woning, plaatselijk bekend als [adres] te Aruba.
2.4
Bij testament heeft erflater, onder last van hiervoor genoemd legaat, ieder van haar kinderen benoemd tot enige erfgenamen, tezamen en voor gelijke delen.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Eiseres heeft bij conclusie van repliek haar eis gewijzigd. Gedaagde heeft zich daartegen niet verzet. De eiswijziging zal worden toegestaan.
3.2
Eiseres vordert, samengevat, na wijziging van eis dat het gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
a. het testament d.d. 5 januari 2016 in zijn geheel vernietigt dan wel vervallen verklaart, dan wel het legaat vervallen veklaart;
b. ofwel gedaagde beveelt om haar legitieme portie uit te betalen;
c. ofwel de verdeling c.q. vereffening van de nalatenschap beveelt;
d. voorts een bewindvoerder benoemt om tot vereffening van de nalatenschap te geraken;
e. bepaalt dat een taxatierapport dient te worden opgesteld teneinde de waarde van het recht van erfpacht te [adres] te kunnen bepalen;
f. bepaalt dat zolang de nalatenschap niet is gescheiden en gedeeld, gedaagde aan eiseres een gebruiksvergoeding dient te betalen;
g. bepaalt dat indien gedaagde niet binnen drie maanden na dit vonnis het aan eiseres toekomende deel uitbetaalt, dat het recht van erfpacht te [adres] openbaar verkocht kan worden;
h.een andere in goede justitie te maken beslissing neemt;
i. gedaagde veroordeelt in de proceskosten.
3.3
Gedaagde voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid dan wel tot afwijzing van het gevorderde, met veroordeling uitvoerbaar bij voorraad van eiseres in de proceskosten, vermeerderd met wettelijke rente indien niet binnen 8 dagen na dit vonnis zal zijn betaald.
3.4
Op de stellingen van partijen zal in het hiernavolgende voor zover nodig worden ingegaan.

4.DE BEOORDELING

4.1
Eiseres heeft aan de hand van het overgelegde bewijs van onvermogen genoegzaam aangetoond dat zij onvermogend is om de proceskosten te dragen, zodat aan haar toestemming om kosteloos te procederen zal worden verleend.
4.2
Eiseres heeft haar stelling dat erflaatster niet in staat was om haar wil te bepalen en er sprake is geweest van misbruik van omstandigheden onvoldoende onderbouwd. Zij heeft daartoe alleen bloot gesteld dat erflaatster niet in staat was om haar wil te bepalen omdat zij onder medicatie waaronder morfine was. Gedaagde heeft de stellingen van eiseres betwist en een verklaring van de huisarts van 13 januari 2016 overgelegd, waarin deze huisarts heeft verklaard dat erflaatster ten tijde van de verklaring in goede gezondheid verkeerde en bekwaam was zelfstandig verantwoorde beslissingen te nemen. In het licht van deze gemotiveerde betwisting, zal de stelling van eiseres wegens gebrek aan onderbouwing worden verworpen en het gevorderde, zoals weergegeven onder a worden afgewezen.
4.3
Eiseres heeft alleen gedaagde in dit geding betrokken, terwijl er nog zeven andere erfgenamen zijn, waarbij het gerecht ervan uitgaat dat, nu het tegendeel gesteld noch gebleken is, de overige erfgenamen nog in leven zijn. Dat eiseres gerechtigd is om verdeling te vorderen, betekent niet dat de overige erfgemanen niet bij de verdeling betrokken dienen te worden.
4.4
Het gevorderde zoals weergegeven onder b is niet toewijsbaar, reeds omdat nog geen verdeling dan wel vereffening van de nalatenschap en toedeling van het onroerend goed te [adres] aan gedaagde heeft plaatsgevonden.
4.5
Hetgeen eiseres heeft gesteld kan niet tot toewijzing van de gevorderde gebruiksvergoeding leiden. Het enkele feit dat gedaagde de woning bewoont, maakt niet dat eiseres aanspraak kan maken op een gebruiksvergoeding jegens gedaagde. Eiseres miskent dat de woning te [adres] aan gedaagde is gelegateerd. Voorts heeft gedaagde (niet voldoende weersproken) gesteld dat hij vanaf 1997 tijdens het leven van erflaatster samen met erflaatster samenwoonde in de woning en thans met toestemming van de erfgenamen nog steeds in de woning woont.
4.6
Het gerecht is van oordeel dat eiseres onvoldoende belang heeft bij het overige gevorderde, omdat zij de overige erfgenamen niet in dit geding heeft betrokken en verder niet heeft gesteld dat deze erfgenamen vrijwillig zullen meewerken aan het door eiseres gevorderde. Het gevorderde bevel tot verdeling c.q. vereffening kan niet jegens deze overige erfgenamen worden ten uitvoer gelegd. Eiseres heeft daarom onvoldoende belang bij haar vorderingen voor zover hier aan de orde jegens alleen gedaagde, die overigens (niet voldoende gemotiveerd bestreden) heeft gesteld dat hij in staat en bereid is om bij de afwikkeling van de nalatenschap het aan eiseres toekomende deel uit te betalen.
4.7
Eiseres zal als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld worden om de proceskosten van gedaagde te betalen, die worden begroot op Afl. 2.500,- aan gemachtigdensalaris (2 punten bij tarief 5).

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
5.1
verleent eiseres toestemming om kosteloos te procederen;
5.2
wijst af het door eiseres gevorderde;
5.3
veroordeelt eiseres, uitvoerbaar bij voorraad, in de kosten van deze procedure, gevallen aan de zijde van gedaagde, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.500,- aan gemachtigdensalaris, bij het uitblijven van betaling te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 dagen na betekening van dit vonnis.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Schoemaker, rechter, en werd abusievelijk niet uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 28 augustus 2019, maar werd ter openbare terechtzitting van woensdag 4 september 2019 uitgesproken en door de rolrechter ondertekend, in aanwezigheid van de griffier.