In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 19 augustus 2019 uitspraak gedaan in een disciplinaire procedure tegen een ambtenaar, hierna klaagster genoemd. Klaagster was werkzaam bij de Dienst Immigratie en Naturalisatie Aruba en is in 2016 in het huwelijk getreden met een man uit Venezuela. De Gouverneur van Aruba, als verweerder, heeft klaagster ontslagen op basis van het argument dat zij een schijnhuwelijk is aangegaan, bedoeld om haar echtgenoot toelating tot Aruba te verschaffen. Dit besluit is genomen na een onderzoek door de Dienst Burgerlijke Stand en Bevolkingsregister, die het huwelijk niet in de registers wilde inschrijven wegens strijdigheid met de openbare orde.
Klaagster heeft bezwaar gemaakt tegen het ontslag, waarbij zij aanvoert dat er geen sprake is van een schijnhuwelijk en dat zij oprecht verliefd is. Het gerecht heeft de zaak behandeld op 27 mei 2019, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren. De rechter heeft vastgesteld dat er sterke aanwijzingen zijn dat het huwelijk niet gericht was op de vervulling van de wettelijke verplichtingen, maar enkel om de heer [echtgenoot] toegang tot Aruba te geven. Klaagster heeft niet voldoende bewijs geleverd om deze beschuldigingen te weerleggen.
De rechter heeft geoordeeld dat het aangaan van een schijnhuwelijk in strijd is met de openbare orde en dat dit een ernstige integriteitsschending vormt. Het bezwaar van klaagster is ongegrond verklaard, en het ontslag is bevestigd. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van ambtenaren en de gevolgen van het aangaan van een schijnhuwelijk, dat als plichtsverzuim wordt aangemerkt.