In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om de ontvankelijkheid van een bezwaarschrift dat door appellante, Calabas Hotels N.V., is ingediend tegen een administratieve boete opgelegd door de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie. De boete, ter hoogte van Afl. 171.833,20, was opgelegd op 14 september 2015. Appellante diende op 27 oktober 2015 een bezwaarschrift in, wat buiten de wettelijke termijn viel. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken, en begon op 15 september 2015, eindigend op 26 oktober 2015. Het gerecht heeft vastgesteld dat het bezwaarschrift niet tijdig is ingediend en dat de bepalingen omtrent de termijn van openbare orde zijn, wat betekent dat deze niet buiten beschouwing kunnen worden gelaten door het gerecht of de verweerder.
Appellante heeft betoogd dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is en dat er geen geschil bestaat over de ontvankelijkheid van het bezwaar. Het gerecht heeft echter geoordeeld dat de door appellante aangevoerde omstandigheden niet leiden tot de conclusie dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend. De rechter heeft de beslissing op bezwaar van 15 december 2017 vernietigd en het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan appellante, begroot op Afl. 1.500, en dient het griffierecht van Afl. 25 aan appellante te worden terugbetaald. De uitspraak werd gedaan door mr. A.J.H. van Suilen op 26 augustus 2019.