Uitspraak
1.de naamloze vennootschapCITGO ARUBA REFINERY N.V.,
CITGO ARUBA TERMINAL N.V.,
CITGO ARUBA MARINE OPERATIONS N.V.,
CITGO ARUBA SUPPLY N.V.,
KAMER VAN KOOPHANDEL EN NIJVERHEID ARUBA,
1.de naamloze vennootschapCITGO ARUBA REFINERY N.V.,
CITGO ARUBA TERMINAL N.V.,
CITGO ARUBA MARINE OPERATIONS N.V.,
CITGO ARUBA SUPPLY N.V.,
CITGO ARUBA HOLDING LLC,
PDV HOLDING, INC,
PETROLEOS DE VENEZUELA, S.A.,
Carlos Alberto CORREDOR-RUSSA,
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
National Assembly” erkend als de bevoegde regering van Venezuela.
PDVSA ad hoc Board” benoemd en aan deze
PDVSA ad hoc Boardde bevoegdheid verleend om als aandeelhouder een (nieuwe) “
Board of Directors” binnen PDVH te benoemen. Op 15 februari 2019 heeft de
PDVSA ad hoc Boardvervolgens een nieuw bestuur binnen PDVH benoemd.
Chief Restructuring Officervan CAH en zijn alle andere officers van CAH ontslagen.
3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
legal opinionovergelegd van een advocatenkantoor uit Delaware. Eisers in de hoofdzaak stellen verder een spoedeisend belang te hebben bij de vordering. Zij hebben verweer gevoerd tegen de incidentele vordering tot tussenkomst dan wel voeging door eisers in het incident. Volgens eisers in de hoofdzaak is de gemachtigde mr. Gomez niet bevoegd om PDVH, CAH, CAR, CAT, CAM en CAS te vertegenwoordigen. Daarnaast maken eisers in het incident misbruik van procesrecht en verstoren zij de goede procesorde door zo laat een incident op te werpen en hebben zij geen spoedeisend belang bij de in het incident gevraagde voorzieningen, aldus eisers in de hoofdzaak.
Asamblea Nacionalaangekondigde mutaties in het bestuur van PDVSA en haar dochterondernemingen bovendien nietig verklaard. De door Tortolero verleende volmacht aan Hilman en andere eventueel verleende volmachten bestaat rechtens niet. Zij kunnen niet als basis dienen voor het ontslag van Corredor en Marquez of benoeming van derden als bestuurder van de Arubaanse vennootschappen.
4.DE BEOORDELING
Overgelegde Spaanstalige stukken
legal opinion. Uit het hiernavolgende zal blijken dat de door eisers in het incident aan de documenten toegeschreven waarde en betekenis niet van invloed is op de beslissing, zodat eisers in de hoofdzaak niet in hun belangen worden geschaad bij toelating van deze stukken.
Chief Restructuring Officervan CAH en waarbij alle andere officers van CAH zijn ontslagen, naar het recht van Delaware is vernietigd of dat er een procedure loopt tot vernietiging van dit aandeelhoudersbesluit. Aan de hand van de overgelegde
legal opiniond.d. 22 april 2019 van het in Delaware gevestigde advocatenkantoor Morris, Nichols, Arsht & Tunnell LLP en het memorandum d.d. 16 april 2019 van het in Chicago gevestigde advocatenkantoor Sidley hebben eisers, mede gelet op het politieke standpunt dat door de Verenigde Staten van Noord America in de actuele politieke kwestie van Venezuela wordt ingenomen, naar het voorshandse oordeel van het gerecht voldoende aannemelijk gemaakt dat thans niet te verwachten valt dat naar het recht van Delaware het aandeelhoudersbesluit van 21 maart 2019 ten aanzien van CAH en, een stap hoger kijkend, de bestuurderswisseling bij PDVH met terugwerkende kracht alsnog vernietigd zullen gaan worden. Beantwoording van de vraag of de nog hoger gelegen bestuurderswisseling bij PDVSA rechtsgeldig is geweest, is daarbij niet doorslaggevend, gezien CAH en PDVH, anders dan PDVSA, vennootschappen zijn die zijn opgericht naar het recht van Delaware. Een en ander brengt met zich mee dat er voorshands vanuit gegaan dient te worden dat aandeelhouder CAH bevoegdelijk vertegenwoordigd is geweest tijdens de buitengewone aandeelhoudersvergadering van CAR van 10 april 2019 en dat aandeelhouder CAR bevoegdelijk vertegenwoordigd is geweest tijdens de buitengewone aandeelhoudersvergaderingen van CAM, CAT en CAS van 12 april 2019, waarbij de toenmalige statutaire directeuren zijn ontslagen en nieuwe statutaire directeuren zijn benoemd. Dit betekent verder dat er in dit kort geding vanuit gegaan dient te worden dat door de bestuurderswisselingen die hebben plaatsgevonden de voormalige bestuurders van PDVH en de daaronder hangende vennootschappen niet meer bevoegd zijn om deze vennootschappen te vertegenwoordigen en tevens niet bevoegd zijn geweest om opdracht te geven aan mrs. Gomez en Coffie om namens deze vennootschappen in dit kort geding tussen te komen of zich te voegen, reden waarom deze vennootschappen niet zijn toegelaten in dit kort geding, zoals overwogen in r.o. 4.2.