ECLI:NL:OGEAA:2019:507

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
3 juli 2019
Publicatiedatum
15 augustus 2019
Zaaknummer
AUA201803094
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schuldvordering elektriciteitslevering met onbetaalde facturen en onderbouwing van gevorderde bedragen

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is gebracht, vordert N.V. Elmar, een naamloze vennootschap gevestigd te Aruba, betaling van een openstaand bedrag van Afl. 16.201,03 van gedaagde, die in persoon procedeert. De vordering is gebaseerd op onbetaalde facturen voor de levering van elektriciteit aan gedaagde op drie verschillende adressen in Aruba. Elmar heeft gedaagde meerdere keren gesommeerd om het openstaande bedrag te betalen, maar deze heeft slechts gedeeltelijk gereageerd op de vordering.

De procedure omvatte een verzoekschrift, een conclusie van antwoord, en een conclusie van repliek. Tijdens de zitting op 10 april 2019 is de zaak verwezen naar de rol voor vonnis. Elmar stelt dat gedaagde de facturen niet heeft betaald, terwijl gedaagde aanvoert dat hij slechts enkele bedragen verschuldigd is en dat de facturen gebaseerd zijn op schattingen, aangezien Elmar geen toegang had tot de meterstanden.

De rechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat gedaagde de vordering voor de adressen [adres 1] en [adres 3] niet heeft weersproken, waardoor deze vordering voor toewijzing gereed ligt. Voor het adres [adres 2] heeft Elmar echter niet voldoende onderbouwd hoe zij tot het gevorderde bedrag is gekomen. De rechter heeft Elmar de gelegenheid gegeven om bij akte aan te tonen hoe het gevorderde bedrag is vastgesteld, en gedaagde zal hierop kunnen reageren. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling op 28 augustus 2019.

Uitspraak

Vonnis van 3 juli 2019
Behorend bij AUA201803094
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
N.V. ELMAR,
gevestigd te Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: “Elmar”,
gemachtigde: mr. I.N. Fräser,
tegen:
[gedaagde],
wonende te Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: “[gedaagde]”,
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de op de rolzitting van 10 april 2019 aan [gedaagde] verleende akte niet dienen.
1.2
De zaak is verwezen naar de rol van heden voor vonnis.

2.DE FEITEN

2.1
Elmar heeft op basis van contracten elektriciteit geleverd aan [gedaagde] op de adressen [adres 1], [adres 2] en [adres 3], allen te Aruba.
2.2
Diverse facturen van Elmar ten aanzien van de levering van elektriciteit op voornoemde adressen zijn onbetaald gebleven.
2.3
Elmar heeft [gedaagde] bij brief van 27 juni 2013 gesommeerd om een openstaand bedrag van Afl. 16.201,03 binnen 10 dagen te betalen.
2.4
Elmar heeft [gedaagde] bij brief van 8 juni 2018 gesommeerd om een openstaand bedrag van Afl. 16.201,03 binnen 10 dagen te betalen.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1
Elmar vordert veroordeling van [gedaagde], uitvoerbaar bij voorraad, tot betaling van een bedrag van Afl. 16.201,03 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 juni 2018, kosten rechtens.
3.2
Aan de vordering legt Elmar ten grondslag dat [gedaagde] facturen in verband met de levering van elektriciteit voor een totaalbedrag van Afl. 16.201,03 onbetaald heeft gelaten. Uit de door Elmar in het geding gebrachte afrekeningen blijken de volgende openstaande bedragen:
- ten aanzien van het adres [adres 1] bedraagt de gevorderde hoofdsom over de periode december 2010 t/m april 2011 Afl. 4.385,21,
- ten aanzien van het adres [adres 2] bedraagt de gevorderde hoofdsom over de periode december 2010 t/m oktober 2012 Afl. 10.762,45,
- ten aanzien van het adres [adres 3] bedraagt de gevorderde hoofdsom over de periode mei 2010 t/m augustus 2010 Afl. 1.053,37.
3.3
Croes voert hiertegen als verweer dat hij slechts enkele bedragen verschuldigd is. Hij heeft aangevoerd dat er vanaf augustus 2011 niemand woonde op het adres [adres 2]. Het kan niet juist zijn dat de bedragen bijna hetzelfde zijn gebleven. De woning was op slot, waardoor Elmar geen toegang had tot de meterstand. Ook toen [gedaagde] daar woonde heeft Elmar geen meterstanden opgenomen. [gedaagde] maakte bezwaar tegen betaling van de facturen die zien op de maanden augustus 2011 tot en met oktober 2012 voor een totaalbedrag van Afl. 7.670,59. Elmar heeft alleen een schatting gemaakt. Ten aanzien van de andere facturen heeft [gedaagde] gesteld voor betaling te zullen zorgdragen. [gedaagde] wenst een betalingsregeling.
3.4
Op de stellingen van partijen, zal voor zover nodig, in het hiernavolgende nader worden ingegaan.

4.DE BEOORDELING

4.1 [
gedaagde] heeft de vordering voor zover die ziet op de adressen [adres 1] en [adres 3] niet weersproken, zodat de vordering in zoverre voor toewijzing gereed ligt. Daarbij geldt dat het Gerecht geen betalingsregeling voor [gedaagde] kan vaststellen, nu hij daar geen recht op heeft. Hij zal zich hiervoor tot Elmar moeten wenden.
4.2
In reactie op het verweer van [gedaagde] ten aanzien van het adres [adres 2], zoals onder 3.3. weergegeven, heeft Elmar niet duidelijk onderbouwd gesteld hoe zij tot het gevorderde bedrag is gekomen. Door Elmar is erkend dat zij geen toegang heeft gehad tot de meterstanden, omdat de meter zich binnen in de woning bevond. Het Gerecht leidt vooralsnog uit de stellingen af dat alle facturen (voorafgaand aan de afrekening) zijn gebaseerd op schattingen. Het gerecht zal Elmar in de gelegenheid stellen om bij akte voldoende onderbouwd te stellen hoe zij tot het gevorderde bedrag ten aanzien van het adres [adres 2] is gekomen. Elmar dient daarbij aan te geven of dit bedrag op daadwerkelijk opgenomen standen en/of een daadwerkelijk opgenomen eindstand is gebaseerd en zo ja, op welke wijze Elmar dit feitelijk heeft gedaan. Zo het gevorderde bedrag enkel op schattingen is gebaseerd, dient Elmar voldoende onderbouwd te stellen op grond waarvan [gedaagde] dit geschatte bedrag aan Elmar verschuldigd is. [gedaagde] zal op de akte kunnen reageren.
4.3
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit Gerecht, rechtdoende:
5.1
verwijst de zaak naar de rol van 28 augustus 2019, direct peremptoir, voor akte zijdens Elmar, waarna [gedaagde] een antwoordakte zal kunnen nemen;
5.2
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Schoemaker, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 3 juli 2019 in aanwezigheid van de griffier.