In deze zaak, die voorligt bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres, werkzaam als afdelingshoofd Human Resources bij de Electriciteit-Maatschappij Aruba N.V. (Elmar), een kort geding aangespannen tegen haar werkgever. Eiseres vordert dat de maatregelen van waarschuwing en schorsing zonder behoud van loon onrechtmatig zijn en dat Elmar wordt veroordeeld tot loondoorbetaling gedurende de schorsing. De aanleiding voor de schorsing was een verzoek van de Raad van Commissarissen van Elmar aan eiseres om namen van werknemers te verstrekken die klachten hadden geuit over intimidatie door twee andere werknemers. Eiseres weigerde deze informatie te geven, wat leidde tot haar schorsing zonder loon.
De rechter heeft vastgesteld dat de schorsing zonder behoud van loon niet was overeengekomen in de arbeidsovereenkomst en dat er geen collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing was die dit rechtvaardigde. De rechter oordeelt dat Elmar onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er een zwaarwegende reden was voor de schorsing. Bovendien heeft de rechter geoordeeld dat Elmar in strijd met de beginselen van goed werkgeverschap heeft gehandeld door eiseres dubbel te bestraffen voor dezelfde overtreding.
Uiteindelijk heeft de rechter de vordering van eiseres toegewezen en Elmar veroordeeld tot loondoorbetaling voor de periode van schorsing. Tevens is Elmar veroordeeld in de proceskosten van eiseres. Dit vonnis is uitgesproken op 23 januari 2019 door mr. M. Schoemaker.