ECLI:NL:OGEAA:2019:497
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- N.K. Engelbrecht
- Rechtspraak.nl
Vernietiging erkenning minderjarige op grond van niet-biologische vaderschap
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 28 mei 2019 uitspraak gedaan in een verzoek tot vernietiging van de erkenning van een minderjarige. De verzoeker, een man wonende in Aruba, heeft de minderjarige erkend in de veronderstelling dat hij haar biologische vader was. Echter, na twijfels die zijn ontstaan door telefonische berichten tussen de moeder en haar vriendinnen, heeft hij in januari 2019 een DNA-onderzoek laten uitvoeren. Dit onderzoek heeft aangetoond dat hij niet de biologische vader is van de minderjarige.
De bijzondere curator heeft ter zitting ingestemd met het verzoek van de man. Het gerecht heeft vastgesteld dat aan de wettelijke eisen voor vernietiging van de erkenning is voldaan, zoals gesteld in artikel 1:205 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba. De termijn voor het indienen van het verzoek is ook in acht genomen, waardoor het verzoek ontvankelijk is.
De beslissing van het gerecht houdt in dat de erkenning van de man als vader van de minderjarige wordt vernietigd. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het verzoek om uitvoerbaar bij voorraad verklaring is afgewezen, conform artikel 1:206, eerste lid, BW. Deze beschikking is gegeven door rechter N.K. Engelbrecht in aanwezigheid van de griffier.