ECLI:NL:OGEAA:2019:492

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 mei 2019
Publicatiedatum
15 augustus 2019
Zaaknummer
AUA201803533
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging gezag minderjarige na echtscheiding

In deze zaak heeft de moeder, verzoekster, een verzoek ingediend tot wijziging van het gezag over haar minderjarige kind, geboren in 2012, na de echtscheiding van de ouders. De vader, verweerder, is niet verschenen en heeft geen verweerschrift ingediend. De procedure begon met een verzoekschrift op 2 november 2018 en de mondelinge behandeling vond plaats op 19 maart 2019. De moeder heeft aangevoerd dat er sinds de echtscheiding geen contact meer is geweest met de vader, die niet in Aruba woont en geen bijdrage levert aan de verzorging van het kind. Het gerecht heeft vastgesteld dat de vader geen invulling geeft aan het gezag en dat de gezamenlijke gezagsuitoefening niet meer mogelijk is. Het gerecht oordeelt dat het in het belang van het kind is dat de moeder voortaan alleen het gezag over de minderjarige uitoefent. De beschikking is gegeven op 28 mei 2019 en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

Beschikking van 28 mei 2019
Zaaknummer EJ nr. AUA201803533
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[VERZOEKSTER],
wonende in Aruba, [adres],
VERZOEKSTER, hierna de moeder,
procederend in persoon,
tegen
[VERWEERDER],
zonder bekende woon- en/of verblijfplaats in Aruba of elders,
VERWEERDER, hierna de vader,
niet verschenen.
Belanghebbende:
[naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2012 in Aruba,
de minderjarige.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift ingediend op 2 november 2018,
  • de mondelinge behandeling met gesloten deuren op 19 maart 2019, in aanwezigheid van de moeder in persoon, en de raadsonderzoeker van de Voogdijraad, [naam raadsonderzoeker]. De vader heeft geen verweerschrift ingediend en is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
Hierna is de uitspraak bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
De minderjarige is geboren binnen het huwelijk van partijen.
2.2
Bij beschikking van dit gerecht van 8 oktober 2012 (EJ 269/2012) is de echtscheiding tussen partijen op verzoek van de moeder uitgesproken. De echtscheiding is op 24 maart 2014 in het daartoe bestemde register opgenomen.
2.3
Bij de echtscheidingsbeschikking is geen beslissing genomen over het ouderlijk gezag, zodat partijen het gezag over de minderjarige gezamenlijk uitoefenen.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het verzoek, dat strekt tot wijziging van het gezag in die zin dat de moeder voortaan alleen met het gezag over de minderjarige wordt belast, is gebaseerd op artikel 1:253n van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW). Ingevolge dit artikel kan de rechter op verzoek van de niet met elkaar gehuwde ouders of een van hen het gezamenlijk gezag beëindigen, indien nadien de omstandigheden zijn gewijzigd of bij het nemen van de desbetreffende beslissing van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan. Het moet hierbij gaan om een zodanige verandering van de situatie, dat het niet langer in het belang van het kind is de bestaande gezagsuitoefening te handhaven. Alsdan bepaalt de rechter, aan wie van de ouders voortaan het gezag over ieder der minderjarige kinderen toekomt. Beslissend zal zijn wiens gezag over het kind de rechter het meeste in het belang van het kind oordeelt.
3.2
De moeder heeft – onweersproken – aangevoerd dat zij sinds haar echtscheiding, geen contact meer heeft gehad met de vader. Hij woont niet in Aruba, hij vertoont geen interesse in de minderjarige en draagt niet bij in de kosten van haar verzorging en opvoeding. Ter zitting heeft zij nog gezegd dat de vader niet de biologische vader van de minderjarige is.
3.3
Het gerecht is van oordeel dat sprake is van een wijziging van omstandigheden in bovenbedoelde zin. Voorts is het gerecht van oordeel dat de verdere omstandigheden rondom de uitoefening van het ouderlijk gezag van dien aard zijn, dat het gezamenlijk gezag dient te worden beëindigd en dat de moeder voortaan alleen het gezag over de minderjarige toekomt. Het gerecht overweegt daartoe als volgt.
3.4
Voor gezamenlijk gezag is vereist dat de ouders in staat zijn tot een behoorlijke gezamenlijke gezagsuitoefening en beslissingen van enig belang over hun kind in gezamenlijk overleg kunnen nemen, althans tenminste in staat zijn vooraf afspraken te maken over situaties die zich rond het kind kunnen voordoen, zodanig dat het kind niet klem of verloren raakt tussen de ouders. In dit geval is voldoende duidelijk geworden dat partijen al jaren geen overleg hebben gevoerd met betrekking tot de minderjarige, en dat de moeder feitelijk de minderjarige alleen verzorgt en opvoedt. Daarmee is naar het oordeel van het gerecht vast komen te staan dat de vader geen invulling geeft aan het gezag dat hem toekomt. Van een gezamenlijke uitoefening van het gezag is dan ook geen sprake. Gelet hierop is het gerecht van oordeel dat het in het belang van de minderjarige wenselijk is dat het gezag over haar wordt gewijzigd, in die zin dat de moeder voortaan het gezag over haar alleen uitoefent.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
beëindigt het gezamenlijk gezag van de ouders, [verweerder] en [verzoekster], over de minderjarige:
[naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2012 in Aruba,
bepaalt dat de moeder voortaan alleen het gezag toekomt over genoemde minderjarige.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 28 mei 2019 in aanwezigheid van de griffier.