In deze zaak heeft de moeder, verzoekster, een verzoek ingediend tot wijziging van het gezag over haar minderjarige kind, geboren in 2012, na de echtscheiding van de ouders. De vader, verweerder, is niet verschenen en heeft geen verweerschrift ingediend. De procedure begon met een verzoekschrift op 2 november 2018 en de mondelinge behandeling vond plaats op 19 maart 2019. De moeder heeft aangevoerd dat er sinds de echtscheiding geen contact meer is geweest met de vader, die niet in Aruba woont en geen bijdrage levert aan de verzorging van het kind. Het gerecht heeft vastgesteld dat de vader geen invulling geeft aan het gezag en dat de gezamenlijke gezagsuitoefening niet meer mogelijk is. Het gerecht oordeelt dat het in het belang van het kind is dat de moeder voortaan alleen het gezag over de minderjarige uitoefent. De beschikking is gegeven op 28 mei 2019 en is uitvoerbaar bij voorraad.