Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
3.DE BEOORDELING
(…).
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. D.G. Kock, een verzoek ingediend bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba om wedertewerkstelling en betaling van achterstallig loon. Het verzoek is gedaan tegen de publiekrechtelijke rechtspersoon Het Land Aruba, vertegenwoordigd door mr. M.P. Jansen. De procedure begon met een verzoekschrift en een verweerschrift, gevolgd door een mondelinge behandeling op 7 mei 2019. Tijdens deze zitting heeft verzoekster gereageerd op het verweerschrift en zijn er nadere producties ingediend. Het Gerecht heeft op 18 juni 2019 uitspraak gedaan.
Verzoekster heeft verzocht om te verklaren dat zij nog steeds in loondienst is van het Land Aruba per 1 februari 2018, en heeft daarnaast verzocht om wedertewerkstelling in haar functie, betaling van loon en emolumenten, en veroordeling van het Land in de proceskosten. Het Land heeft verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing van de verzoeken.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat het verzoek tot verklaring voor recht wordt afgewezen, omdat het Land niet de noodzakelijke rechtshandeling tot herstel van het dienstverband heeft verricht. Hierdoor is verzoekster niet opnieuw in loondienst van het Land. De overige vorderingen van verzoekster, die gebaseerd zijn op de onjuiste veronderstelling dat zij in loondienst is, zijn eveneens afgewezen. Het Gerecht heeft besloten dat verzoekster, als in het ongelijk gestelde partij, in de kosten van de procedure moet worden veroordeeld, die zijn begroot op nihil, aangezien het Land werd vertegenwoordigd door een ambtenaar.