In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 18 juni 2019 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen RBC Royal Bank (Aruba) N.V. en een werknemer, hierna aangeduid als [verweerster]. De werkgever, RBC, heeft verzocht om de arbeidsovereenkomst te ontbinden op basis van bedrijfseconomische redenen, aangezien de verzekeringsafdeling van de bank is opgeheven. De werknemer heeft echter betwist dat er geen passende functie voor haar beschikbaar was en heeft aangevoerd dat RBC niet voldoende inspanningen heeft geleverd om haar te herplaatsen binnen de organisatie.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat RBC onvoldoende heeft aangetoond dat de werknemer niet ontwikkelbaar is voor de openstaande functies, ondanks haar opleiding en werkervaring. Het Gerecht oordeelde dat RBC niet aan haar herplaatsingsverplichting heeft voldaan en dat er geen sprake was van een collectief ontslag, maar van een reorganisatie. De werkgever had het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst niet aan de Directie Arbeid en Onderzoek voorgelegd, wat een vereiste was volgens de collectieve arbeidsovereenkomst.
Uiteindelijk heeft het Gerecht het verzoek tot ontbinding afgewezen en RBC veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van werkgevers bij reorganisaties en de noodzaak om zorgvuldig om te gaan met de herplaatsing van werknemers.