Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
…)
Onderwerp: opzegging dienstverband
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 18 juni 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.M. Canwood, en de publiekrechtelijke rechtspersoon Het Land Aruba, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.P. Jansen. De verzoeker, die in dienst was als arbeidscontractant bij de overheidsdienst SCB, verzocht het gerecht om te verklaren dat zijn ontslag kennelijk onredelijk was en om wedertewerkstelling en betaling van loon te vorderen. De verzoeker stelde dat hij in vaste dienst was van het Land en dat zijn ontslag in strijd was met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat de arbeidsovereenkomst van de verzoeker van rechtswege eindigde op 17 november 2017, maar dat hij zijn werkzaamheden na deze datum heeft voortgezet. Het Land betwistte dat de verzoeker in vaste dienst was en stelde dat de arbeidsovereenkomst was geëindigd door verloop van tijd. Het Gerecht oordeelde dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst niet voldeed aan de eisen van redelijkheid en billijkheid, en dat de verzoeker recht had op een vergoeding van Afl. 6.194,- bruto. Het verzoek om wedertewerkstelling werd afgewezen, omdat de SCB was opgeheven en functies waren komen te vervallen. Het Land werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten.