Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
…)
Onderwerp: opzegging dienstverband
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak verzoekt de verzoeker, een arbeidscontractant bij de overheid van Aruba, het gerecht om te verklaren dat zijn ontslag door het Land Aruba kennelijk onredelijk is. De verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat mr. D.M. Canwood, stelt dat hij in vaste dienst was hangende zijn benoeming tot ambtenaar en dat het Land in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur heeft gehandeld door zijn arbeidsovereenkomst op te zeggen. Het Land, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.P. Jansen, betwist deze stelling en stelt dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege is geëindigd op 17 november 2017, zonder dat er een opzegging nodig was. De rechter oordeelt dat de verzoeker niet benoemd is als ambtenaar, omdat het vereiste ondertekende Landsbesluit ontbreekt. De rechter concludeert dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen van rechtswege eindigde, maar dat de verzoeker zijn werkzaamheden na deze datum heeft voortgezet. De rechter oordeelt dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst niet voldoet aan de eisen van redelijkheid en billijkheid, en kent de verzoeker een vergoeding toe van Afl. 5.020,- bruto, terwijl het verzoek tot wedertewerkstelling wordt afgewezen. Het Land wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten.