ECLI:NL:OGEAA:2019:464

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
18 juni 2019
Publicatiedatum
15 augustus 2019
Zaaknummer
AUA201803115
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van gezag en benoeming van een voogdes voor een minderjarige

In deze beschikking van 18 juni 2019 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba geoordeeld over het verzoek tot benoeming van een voogdes voor een minderjarige. De verzoekers, echtelieden wonende in Aruba, hebben verzocht om mevrouw [verzoeker 2] als voogdes aan te stellen, aangezien de minderjarige bij hen woont en door hen wordt verzorgd. De moeder van de minderjarige, die in Nederland woont, heeft nooit de zorg voor de minderjarige op zich genomen en heeft in april 2011 Aruba verlaten. De moeder heeft ingestemd met de benoeming van de voogdes.

De procedure omvatte een verzoekschrift dat op 2 oktober 2018 was ingediend, een minderjarigenverhoor op 21 januari 2019, en een mondelinge behandeling op 22 januari 2019. Tijdens deze zitting was de heer M. Loopstok aanwezig namens de Voogdijraad. Het gerecht heeft vastgesteld dat de moeder feitelijk nooit het gezag over de minderjarige heeft uitgeoefend en in de onmogelijkheid verkeert om dit te doen. Hierdoor is het gezag van de moeder van rechtswege geschorst, en is het noodzakelijk om in het gezag over de minderjarige te voorzien.

De rechter heeft op basis van de overgelegde stukken en de verklaringen ter zitting besloten om mevrouw [verzoeker 2] tot voogdes te benoemen, omdat het belang van de minderjarige zich hiertegen niet verzet. Tevens is aan mevrouw [verzoeker 2] toelating verleend om kosteloos te procederen, op basis van bewijs van onvermogen dat door de verzoekers is overgelegd. De beschikking eindigt met de beslissing om het meer of anders verzochte af te wijzen.

Uitspraak

Beschikking van 18 juni 2019
Behorend bij EJ nr. AUA201803115
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[verzoeker 1], en
[verzoeker 2],
beiden wonende in Aruba,
VERZOEKERS,
gemachtigde: de advocaat mr. J.A.R. Bryson,
Als belanghebbenden worden aangemerkt:
[minderjarige 1],de minderjarige,
geboren op [geboortedatum] 2003 in Aruba en wonende in Aruba,
[moeder], de moeder,
wonende in Nederland.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 2 oktober 2018;
  • het minderjarigenverhoor van 21 januari 2019;
  • de brief van 14 december 2018 van de mentor van de moeder;
  • de mondelinge behandeling ter zitting met gesloten deuren van 22 januari 2019, waar verzoekers in persoon zijn verschenen. Namens de Voogdijraad was aanwezig de heer M. Loopstok.
De uitspraak is nader bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Van de minderjarige staat alleen het moederschap vast, zodat de moeder van rechtswege het gezag over de minderjarige alleen uitoefent.
2.2
De moeder is op 8 april 2011 uit het bevolkingsregister van Aruba uitgeschreven. Zij woont nu in Nederland.
2.4
Verzoekers zijn echtelieden. De minderjarige woont bij hen en staat op hun adres ingeschreven.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot benoeming van mevrouw [verzoeker 2] tot voogdes van de minderjarige. Daartoe hebben verzoekers aangevoerd dat de minderjarige vanaf zijn geboorte bij hen woont en door hen wordt verzorgd en opgevoed. Verder hebben zij aangevoerd dat de moeder al jaren niet in Aruba woont en nooit de verzorging van de minderjarige op zich heeft genomen.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het verzoek is gegrond op artikel 1:253r juncto artikel 1:253q BWA. Ingevolge voornoemde artikelen is - voor zover hier van belang - het gezag dat aan een ouder toekomt geschorst gedurende de tijd waarin de ouder al dan niet tijdelijk in de onmogelijkheid verkeert het gezag uit te oefenen. In dat geval, benoemt de rechter een voogd.
4.2
In dit geval is gebleken dat de moeder in april 2011 uit Aruba is vertrokken, met achterlating van de minderjarige bij verzoekers. De moeder, ten behoeve van wie bij beschikking van de kantonrechter te Enschede in Nederland van 3 mei 2016 mentorschap is ingesteld, stemt in met de benoeming van mevrouw van der Linden tot voogdes over de minderjarige.
4.3
Gelet op de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting is aangevoerd, is het gerecht van oordeel dat de moeder feitelijk nooit het gezag over de minderjarige heeft uitgeoefend en in de onmogelijkheid verkeert om het gezag uit te oefenen. Aldus is de conclusie dat het gezag van de moeder van rechtswege is geschorst.
In het gezag over de minderjarige dient dan te worden voorzien. Mevrouw [verzoeker 2] zal tot voogdes over de minderjarige worden benoemd, nu het belang van de minderjarige zich niet hiertegen verzet en overigens van bezwaren daartegen niet zijn gebleken.
4.4
Gelet op het door verzoekers overgelegde bewijs van onvermogen van 27 augustus 2018, zal aan mevrouw [verzoeker 2] toelating worden verleend om kosteloos te procederen.
4.5
Dit leidt tot de volgende beslissing.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
- verleent [verzoeker 2] toelating om kosteloos te procederen,
- benoemt [verzoeker 2] tot voogdes over de minderjarige, [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2003 in Aruba,
- wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven op dinsdag 18 juni 2019 door mr. N.K Engelbrecht, rechter, in tegenwoordigheid van de griffier.
Inhoudsindicatie: Schorsing gezag met benoeming voogdes.