ECLI:NL:OGEAA:2019:46

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
22 januari 2019
Publicatiedatum
29 januari 2019
Zaaknummer
AUA201802395
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een grootmoeder tot voogd over minderjarigen in Aruba

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 22 januari 2019 een beschikking gegeven in een voogdijkwestie. De verzoekster, de grootmoeder van de minderjarigen, heeft verzocht om benoeming tot voogd over haar kleinkinderen, die bij haar wonen. De moeder van de minderjarigen, die in Jamaica woont, heeft nooit een moederrelatie met hen gehad en is sinds 2010 niet meer in Aruba. De minderjarigen zijn geboren in Aruba en hebben hun hele leven bij de grootmoeder gewoond. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 2 augustus 2018 werd ingediend, gevolgd door een verhoor van de minderjarigen op 19 november 2018. Tijdens de mondelinge behandeling op 20 november 2018 was de verzoekster aanwezig.

De feiten tonen aan dat de moeder van de minderjarigen niet ingeschreven staat in het bevolkingsregister en dat de grootmoeder de zorg voor de kinderen op zich heeft genomen. De grootmoeder heeft verklaard dat de moeder instemt met de benoeming van haar als voogd. Het gerecht heeft vastgesteld dat de moeder in de onmogelijkheid verkeert om het gezag uit te oefenen, wat leidt tot de schorsing van haar gezag. De grootmoeder heeft zich bereid verklaard om de voogdij op zich te nemen, en er zijn geen bezwaren van de moeder of de minderjarigen tegen deze benoeming. Het verzoek is toegewezen en de grootmoeder is benoemd tot voogdes over de minderjarigen.

Uitspraak

Beschikking van 22 januari 2019
Behorend bij EJ nr. AUA201802395
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[Verzoekster],
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER, hierna: de grootmoeder,
procederend in persoon.
Belanghebbenden:
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2001 in Aruba,
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2003 in Aruba,
hierna te noemen: de minderjarigen,
[moeder],de moeder, wonende in Jamaica.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift ingediend op 2 augustus 2018,
  • het verhoor van de minderjarigen op 19 november 2018,
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling achter gesloten deuren op 20 november 2018, waaruit blijkt dat aanwezig was verzoekster in persoon.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Uit de op 5 september 2017 op aangeven van de grootmoeder opgemaakte geboorteaktes van de minderjarigen, blijkt dat ten aanzien van hen alleen het moederschap vaststaat.
2.2
De moeder is nimmer in het bevolkingsregister ingeschreven en woont in Jamaica.
2.3
De minderjarigen zijn hier geboren en wonen vanaf hun geboorte bij de grootmoeder in Aruba. Zij staan niet ingeschreven in het Bevolkingsregister.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot het belasten van de grootmoeder met over de minderjarigen. Ter onderbouwing van het verzoek heeft verzoekster aangevoerd dat de moeder vanaf het jaar 2010 in Jamaica woont en nooit een moederrelatie met de minderjarigen heeft gehad. De minderjarigen zien in de grootmoeder een moederfiguur en verzoekster heeft vanaf hun geboorte voor hen gezorgd.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het verzoek is gegrond op artikel 1:253r van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA). Ingevolge die bepaling – voor zover hier van belang – benoemt de rechter een voogd over een minderjarige, indien de met het gezag belaste ouder, al dan niet tijdelijk, in de onmogelijkheid verkeert het gezag uit te oefenen. Het tweede lid bepaalt dat het gezag dat aan die ouder toekomt, is geschorst gedurende de tijd waarin die omstandigheid, in dit geval de al dan niet tijdelijke onmogelijkheid het gezag uit te oefenen, zich voordoet.
4.2
In dit geval staat vast dat de moeder van de minderjarigen, tevens dochter van de verzoekster, reeds in 2010 metterwoon naar Jamaica is vertrokken met achterlating van de minderjarigen bij haar moeder. Uit de door verzoekster overgelegde verklaring van de moeder van 5 juni 2018 volgt, dat de moeder niet voornemens is naar Aruba terug te keren en dat zij ermee instemt dat haar moeder alle rechten ten aanzien van de minderjarigen kan uitoefenen (“I give all rights to [grootmoeder] tob e able to sign off on all legal documents with relation to my children (…)”). Vast staat ook dat de minderjarigen hun hele leven hier hebben gewoond, door de grootmoeder worden opgevoed en verzorgd, en naar school gaan.
4.3
Naar het oordeel van het gerecht is hier sprake van een omstandigheid dat de moeder in de onmogelijkheid verkeert om het gezag over de minderjarigen uit te oefenen. Het gezag van de moeder is dan ook geschorst en in de voogdij over de minderjarigen moet worden voorzien.
4.4
De grootmoeder heeft zich bereid verklaard de voogdij over de minderjarigen op zich te nemen. De moeder heeft geen bezwaren tegen toewijzing van het verzoek. Ook de minderjarigen hebben tegen de benoeming van hun grootmoeder als hun voogd, geen bezwaren geuit. Nu voor het overige niet van bezwaren daartegen is gebleken, zal het verzoek worden toegewezen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
benoemt [grootmoeder] tot voogdes over [minderjarige 1] geboren in Aruba op [geboortedatum] 2001 en [minderjarige 2] geboren in Aruba op [geboortedatum] 2003.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 22 januari 2018 in aanwezigheid van de griffier.