ECLI:NL:OGEAA:2019:455

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
15 juli 2019
Publicatiedatum
13 augustus 2019
Zaaknummer
P-2018/10922
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opzetheling van politiecommunicatieapparatuur door journalist

In deze strafzaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is de verdachte, een journalist, beschuldigd van opzetheling van een portofoon en een mobilofoon die toebehoren aan de politie. De verdachte heeft samen met een medeverdachte een speciaal programma gebruikt om naar politieberichten te luisteren die niet voor derden bestemd waren. De zaak werd op 24 juni 2019 behandeld, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. C.F.K.J. Lejuez. De officieren van justitie, mrs. W. Bos en W.V. Gerretschen, eisten een taakstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden. De verdediging pleitte voor vrijspraak van de primair ten laste gelegde feiten. Op 15 juli 2019 heeft het Gerecht geoordeeld dat de verdachte niet schuldig was aan de primair ten laste gelegde feiten, maar wel aan de subsidiaire beschuldigingen. De verdachte werd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden met een proeftijd van drie jaar, en een werkstraf van 240 uren, subsidiair 180 dagen hechtenis. Het Gerecht benadrukte het belang van de privacy van politieberichten en de noodzaak voor de politie om in alle vrijheid te kunnen opereren.

Uitspraak

Parketnummer: P-2018/10922
Zaaknummer: 314 van 2019
Uitspraak: 15 juli 2019 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats],
wonende in Aruba, [woonplaats].
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 24 juni 2019. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. C.F.K.J. Lejuez, advocaat in Aruba.
De officieren van justitie, mrs. W. Bos en W.V. Gerretschen, hebben ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het onder 1 subsidiair, 2 subsidiair, 3 en 4 bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een taakstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis, met aftrek van voorarrest naar rato van twee uren per dag, alsmede tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee maanden, met een proeftijd van drie jaren.
De officieren van justitie hebben vrijspraak gevorderd van hetgeen de verdachte onder 1 primair en 2 primair is ten laste gelegd.
De raadsman heeft, conform de door hem overgelegde pleitnotities, bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het ten laste gelegde.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting – ten laste gelegd dat:

1.

hij op een of meer momenten in of omstreeks de periode van 1 januari 2015 tot en met 1 november 2018 te Aruba
(telkens)
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk een portofoon (met kenmerk P012), geheel of ten dele toebehorende aan het Korps Politie Aruba, in elk geval aan een of meer anderen dan aan hem en/of zijn mededaders,
en welke portofoon hij en/of zijn mededaders uit hoofde van zijn/hun persoonlijke dienstbetrekking en in elk geval anders dan door misdrijf onder zich hadden, namelijk als politieagent en/of medewerker van het Bureau Integriteit en Veiligheid van het Korps Politie Aruba,
wederrechtelijk zich heeft toegeëigend,
[Sr art. 2:298 j° art. 2:299 j° art. 1:116]
subsidiair, althans indien het vorenstaande niet tot een veroordeling kan of mocht leiden:
hij op een of meer momenten in of omstreeks de periode van 1 januari 2015 tot en met 1 november 2018 te Aruba
(telkens)
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een portofoon (met kenmerk P012) heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad,
terwijl hij en/of zijn mededaders ten tijde van het verwerven en/of voorhanden krijgen van voormelde portofoon wisten of begrepen, in elk geval redelijkerwijs hadden moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
[Sr art. 2:397/2:399]

2.

hij op een of meer momenten in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 1 november 2018 te Aruba
(telkens)
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
een mobilofoon, geheel of ten dele toebehorende aan het Korps Politie Aruba, in elk geval aan een of meer anderen dan aan hem en/of zijn mededaders,
en welke mobilofoon hij en/of zijn mededaders anders dan door misdrijf onder zich hadden, namelijk in het kader van zijn/hun automonteurs- of reparatiewerk-zaamheden ten behoeve van en/of in opdracht van het Korps Politie Aruba en/of als onderdeel van een politieauto die aan hem/hun met het oog op voormelde werkzaamheden door het Korps Politie Aruba ter beschikking werd gesteld,
wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
[Sr art. 2:298 j° art. 2:299]
subsidiair, althans indien het vorenstaande niet tot een veroordeling kan of mocht leiden:
hij op een of meer momenten in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 1 november 2018 te Aruba
(telkens)
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een mobilofoon heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad,
terwijl hij en/of zijn mededaders ten tijde van het verwerven en/of voorhanden krijgen van voormelde mobilofoon wisten of begrepen, in elk geval redelijkerwijs hadden moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
[Sr art. 2:397/2:399]

3.

hij op een of meer momenten in of omstreeks de periode van 1 januari 2015 tot en met 1 november 2018 te Aruba
(telkens)
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk en wederrechtelijk met een of meer technische hulpmiddelen, namelijk
 een onbevoegd bij hem/hun in gebruik zijnde en/of door misdrijf verkregen portofoon (van het Korps Politie Aruba)
en/of
 een of meer computers en/of een of meer (in/op die computer aanwezige en/of aangesloten) microfoons en/of een op die computers geïnstalleerde app of softwareapplicatie
en/of
 een of meer (via die app of softwareapplicatie) met voormelde computers verbonden mobiele telefoons,
gegevens heeft afgetapt die niet voor hem en/of zijn mededaders bestemd waren en die werden verwerkt en/of overgedragen door middel van telecommunicatie en/of een geautomatiseerd werk, namelijk portofoonberichten en/of berichten-verkeer van/tussen politieagenten en/of medewerkers van het Korps Politie Aruba;
[Sr art. 2:73]

4.

hij op een of meer momenten in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 1 november 2018 te Aruba
(telkens)
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk en wederrechtelijk met een of meer technische hulpmiddelen, namelijk
 een onbevoegd bij hem/hun in gebruik zijnde en/of door misdrijf verkregen mobilofoon (van het Korps Politie Aruba)
en/of
 een of meer computers en/of een of meer (in/op die computer aanwezige en/of aangesloten) microfoons en/of een op die computers geïnstalleerde app of softwareapplicatie
en/of
 een of meer (via die app of softwareapplicatie) met voormelde computers verbonden mobiele telefoons,
gegevens heeft afgetapt die niet voor hem en/of zijn mededaders bestemd waren en die werden verwerkt en/of overgedragen door middel van telecommunicatie en/of een geautomatiseerd werk, namelijk mobilofoonberichten en/of berichten-verkeer van/tussen politieagenten en/of medewerkers van het Korps Politie Aruba;
[Sr art. 2:73]
Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Vrijspraak van feiten 1 primair en 2 primair
Het Gerecht is, overeenkomstig de standpunten van het Openbaar Ministerie en de raadsman, van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair, 2 subsidiair, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1. subsidiair:
hij
op een of meer momentenin
of omstreeksde periode van
3 december2015 tot en met
januari2018 te Aruba
(telkens)
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,
een portofoon (met kenmerk P012) heeft verworven en
/ofvoorhanden heeft gehad,
terwijl hij en
/ofzijn mededader
sten tijde van het verwerven en
/ofvoorhanden krijgen van voormelde portofoon wisten
of begrepen, in elk geval redelijkerwijs hadden moeten vermoedendat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
2. subsidiair:
hij
op een of meer momentenin
of omstreeksde periode van 1 januari 2018 tot en met 1 november 2018 te Aruba
(telkens)
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,
een mobilofoon heeft verworven en
/ofvoorhanden heeft gehad,
terwijl hij en
/ofzijn mededader
sten tijde van het verwerven en
/ofvoorhanden krijgen van voormelde mobilofoon wisten
of begrepen, in elk geval redelijkerwijs hadden moeten vermoedendat het een door misdrijf verkregen goed betrof;

3.

hij
op een of meer momentenin
of omstreeksde periode van
3 december2015 tot en met
januari2018 te Aruba
(telkens)
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,
opzettelijk en wederrechtelijk met een of meer technische hulpmiddelen, namelijk
 een onbevoegd bij
hem/hun in gebruik zijnde en
/ofdoor misdrijf verkregen portofoon (van het Korps Politie Aruba)
en
/of
 een of meer computers en
/ofeen of meer (in/op die computer aanwezige en/of aangesloten) microfoons en
/ofeen op die computers geïnstalleerde app of softwareapplicatie
en
/of
 een of meer (via die app of softwareapplicatie) met voormelde computers verbonden mobiele telefoons,
gegevens heeft afgetapt die niet voor hem en
/ofzijn mededader
sbestemd waren en die werden verwerkt en/of overgedragen door middel van telecommunicatie en
/ofeen geautomatiseerd werk, namelijk portofoonberichten en/of berichten-verkeer van/tussen politieagenten en
/ofmedewerkers van het Korps Politie Aruba;
4. hij
op een of meer momentenin
of omstreeksde periode van 1 januari 2018 tot en met 1 november 2018 te Aruba
(telkens)
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,
opzettelijk en wederrechtelijk met een of meer technische hulpmiddelen, namelijk
 een onbevoegd bij
hem/hun in gebruik zijnde en
/ofdoor misdrijf verkregen mobilofoon (van het Korps Politie Aruba)
en
/of
 een of meer computers en/of een of meer (in/op die computer aanwezige en/of aangesloten) microfoons en/of een op die computers geïnstalleerde app of softwareapplicatie
en
/of
 een of meer (via die app of softwareapplicatie) met voormelde computers verbonden mobiele telefoons,
gegevens heeft afgetapt die niet voor hem en/of zijn mededader
sbestemd waren en die werden verwerkt en/of overgedragen door middel van telecommunicatie en/of een geautomatiseerd werk, namelijk mobilofoonberichten en/of berichten-verkeer van/tussen politieagenten en/of medewerkers van het Korps Politie Aruba.
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkorte vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door het Gerecht gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring en de bewijsoverwegingen opgenomen in een aanvulling op het vonnis. Deze aanvulling zal vervolgens aan het vonnis worden gehecht.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
1. Subsidiair: Medeplegen van opzetheling,
strafbaar gesteld bij artikel 2:397 jo. artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht;
2. Subsidiair: Medeplegen van opzetheling,
strafbaar gesteld bij artikel 2:397 jo. artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht;
3. Tezamen en in vereniging, opzettelijk en wederrechtelijk met een technisch hulpmiddel gegevens aftappen die niet voor hem bestemd zijn en die worden verwerkt of overgedragen door middel van telecommunicatie of een geautomatiseerd werk, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 2:73 jo. artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht;
4. Tezamen en in vereniging, opzettelijk en wederrechtelijk met een technisch hulpmiddel gegevens aftappen die niet voor hem bestemd zijn en die worden verwerkt of overgedragen door middel van telecommunicatie of een geautomatiseerd werk, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 2:73 jo. artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht.
Het bewezenverklaarde is strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt samen met medeverdachte [medeverdachte] aan opzetheling van een portofoon en een mobilofoon die toebehoren aan de politie. Hiermee luisterde hij naar politieberichten die niet bestemd zijn voor derden. Tevens heeft de verdachte opdracht gegeven aan zijn werknemer en tevens medeverdachte [medeverdachte] om een applicatie te downloaden om zodoende met een aantal personen de politieberichten te delen. De politie moet in alle vrijheid zijn werk kunnen doen en de zekerheid kunnen geven dat al hetgeen via een politieportofoon en –mobilofoon wordt gemeld met betrekking tot privégegevens van burgers, niet via de media naar buiten wordt gebracht.
Het Gerecht heeft in aanmerking genomen dat de verdachte, blijkens het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
De persoonlijke omstandigheden van de verdachte geven aanleiding een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen. Dit voorwaardelijke strafdeel dient er toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Het Gerecht is, na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat een voorwaardelijk gevangenisstraf en een werkstraf passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:19, 1:20, 1:21, 1:45, 1:46, 1:62, 1:123 en 1:136 van het Wetboek van Strafrecht Aruba, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 primair en 2 primair ten laste is gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 subsidiair, 2 subsidiair, 3 en 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
2 (twee) maanden;
bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een
proeftijdvan
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit een werkstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis;
beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, naar de maatstaf van 2 (twee) uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. S. Verheijen, bijgestaan door mw. L.H. Hoogenbergen, (zittingsgriffier), en op 15 juli 2019 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Aruba.