In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 16 juli 2019 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorzieningen in het kader van een echtscheiding. De vrouw heeft verzocht om bij uitsluiting gerechtigd te zijn tot het gebruik van de echtelijke woning, omdat de relatie tussen partijen ernstig verstoord is. De vrouw heeft aangevoerd dat zij jarenlang verbaal, fysiek en emotioneel misbruikt is door de man en dat de situatie thuis onhoudbaar is. De man heeft verweer gevoerd en gesteld dat er geen onhoudbare situatie is en dat zij samen in de woning kunnen blijven wonen totdat deze verkocht is.
De voorzieningenrechter heeft de belangen van de vrouw en de man afgewogen en geconcludeerd dat de vrouw voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de relatie zodanig verstoord is dat het niet van hen kan worden gevergd om samen in de woning te blijven. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de vrouw met ingang van 1 augustus 2019 bij uitsluiting gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning en dat de man de woning dient te verlaten.
Daarnaast heeft de vrouw verzocht om een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige zoon. De man heeft aangeboden Afl. 350,- bij te dragen, wat de vrouw heeft geaccepteerd. De voorzieningenrechter heeft dit bedrag als voorlopige kinderalimentatie vastgesteld. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.