ECLI:NL:OGEAA:2019:44
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar inzake verblijfsvergunning
In deze zaak heeft de appellant, wonende in Aruba, beroep ingesteld tegen de Minister van Justitie, Veiligheid, en Integratie, na het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaar tegen de afwijzing van zijn verzoek om een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd. De afwijzing vond plaats op 8 juni 2018, waarna de appellant op 22 juni 2018 bezwaar maakte. Het beroep werd ingediend op 20 september 2018, omdat er geen beslissing was genomen op het bezwaar. Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft vastgesteld dat er ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar was genomen. Dit leidde tot de conclusie dat de ongemotiveerde afwijzing niet in stand kon blijven, zoals bepaald in artikel 23, tweede lid, van de Landsverordening Administratieve Rechtspraak (Lar). De rechter verklaarde het beroep gegrond en vernietigde de bestreden beslissing. Verweerder werd opgedragen binnen drie maanden na de uitspraak een reële beslissing te nemen op het bezwaar van de appellant. Tevens werd verweerder veroordeeld tot betaling van de kosten van de rechtskundige bijstand, begroot op Afl. 500,-, en het griffierecht van Afl. 25,- werd aan de appellant terugbetaald. De uitspraak werd gedaan door mr. M. Soffers op 21 januari 2019, en beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen.