ECLI:NL:OGEAA:2019:431

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
25 juni 2019
Publicatiedatum
17 juli 2019
Zaaknummer
AUA201901599
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gezamenlijk gezag ouders over minderjarige na ontslag voogdes

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 25 juni 2019 uitspraak gedaan in een verzoek tot gezamenlijk gezag over een minderjarige. Het verzoek is ingediend door de voogdes, de moeder en de vader van het kind, die allen in Aruba wonen. De minderjarige, geboren in 2006, is erkend door de vader en is geboren uit de relatie tussen de moeder en de vader. De voogdes was eerder benoemd door het gerecht in verband met de onbevoegdheid van de moeder om het gezag uit te oefenen. Inmiddels is de moeder meerderjarig geworden en heeft zij samen met de vader het verzoek ingediend om gezamenlijk met het gezag over hun kind te worden belast.

De procedure omvatte een verzoekschrift dat op 16 mei 2019 is ingediend, een verhoor van de minderjarige op 10 juni 2019, en een mondelinge behandeling op 11 juni 2019. Tijdens de zitting hebben de ouders verklaard dat zij als gezin samenwonen en al jaren feitelijk samen het gezag over de minderjarige uitoefenen. Het gerecht heeft de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek van Aruba in overweging genomen, die bepalen dat een moeder die eerder onbevoegd was, de rechter kan verzoeken om haar met het gezag te belasten zodra zij daartoe bevoegd is. De vader kan eveneens verzoeken om gezamenlijk met de moeder het gezag uit te oefenen.

Het gerecht heeft vastgesteld dat er geen gegronde vrees bestaat dat de belangen van de minderjarige zouden worden verwaarloosd bij inwilliging van het verzoek. Daarom heeft het gerecht besloten om het verzoek toe te wijzen en de ouders gezamenlijk met het gezag over hun zoon te belasten. Deze beschikking is gegeven door rechter N.K. Engelbrecht ter zitting op 25 juni 2019.

Uitspraak

Beschikking van 25 juni 2019
Behorend bij EJ nr. AUA201901599
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[naam voogdes],
[naam moeder]en
[naam vader],
allen wonende in Aruba,
VERZOEKERS, hierna ook aan te duiden als: de voogdes, de moeder en de vader,
procederend in persoon.
Belanghebbende:
[naam kind], geboren op [geboorte datum] 2006 in Aruba,
de minderjarige.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 16 mei 2019,
  • het verhoor van de minderjarige op 10 juni 2019,
  • de mondelinge behandeling ter zitting met gesloten deuren van 11 juni 2019, in aanwezigheid van de voogdes, de moeder en de vader in persoon, en de raadsonderzoeker van de Voogdijraad, de heer [raadsonderzoeker].
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
De minderjarige is geboren uit de affectieve relatie tussen de moeder en de vader. Hij is erkend door de vader.
2.2
Bij beschikking van dit gerecht van 17 januari 2008 (behorend bij EJ nr. 3968 van 2007) is, in verband met de onbevoegdheid van de destijds minderjarige moeder om het gezag uit te oefenen, de voogdes als zodanig benoemd.
2.3
De moeder is inmiddels meerderjarig.

3.HET VERZOEK

Het ter zitting gewijzigde verzoek strekt ertoe om de ouders gezamenlijk te belasten met het gezag over de minderjarige.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het verzoek is gegrond op artikel 1:253b leden 3 en 5 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW) in samenhang met artikel 1:253c BW. Ingevolge die bepalingen kan een moeder, die ten tijde van haar bevalling onbevoegd was tot het gezag, op het moment dat zij bevoegd is tot het gezag de rechter verzoeken haar met het gezag te belasten. Indien een voogd het gezag over het kind uitoefent, wijst de rechter het verzoek slechts af, indien gegronde vrees bestaat dat bij inwilliging de belangen van het kind zouden worden verwaarloosd. De tot het gezag bevoegde vader van het kind, die nimmer het gezag gezamenlijk met de moeder heeft uitgeoefend, kan de rechter verzoeken hem gezamenlijk met de moeder met het gezag over het kind te belasten.
4.2
Ter zitting hebben de ouders te kennen gegeven dat zij als gezin samenwonen en dat ze al jaren feitelijk samen het gezag over de minderjarige uitoefenen.
4.3
In dit geval is niet gebleken dat er gegronde vrees bestaat dat bij inwilliging van het verzoek om ouders gezamenlijk met het gezag te belasten, de belangen van de minderjarige zouden worden verwaarloosd. Nu voor het overige niet van bezwaren daartegen is gebleken, zal het gerecht het verzoek toewijzen als na te melden.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
belast de moeder [naam moeder] en de vader [naam vader] met het ouderlijk gezag over hun zoon, [naam kind], geboren op [geboorte datum] 2006 in Aruba,
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 25 juni 2019 in aanwezigheid van de griffier.