ECLI:NL:OGEAA:2019:43

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
21 januari 2019
Publicatiedatum
29 januari 2019
Zaaknummer
AUA201802581
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar inzake tijdelijke verblijfsvergunning

In deze zaak heeft appellant, wonende in Aruba, beroep ingesteld tegen de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie, vanwege het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaar tegen de afwijzing van zijn verzoek om een tijdelijke verblijfsvergunning. De afwijzing vond plaats op 8 maart 2018, waarna appellant op 2 april 2018 bezwaar maakte. Het gerecht heeft vastgesteld dat er ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar was genomen. Dit leidde tot de conclusie dat de ongemotiveerde afwijzing niet in stand kon blijven.

Het gerecht heeft op 21 januari 2019 uitspraak gedaan en het beroep gegrond verklaard. De rechter heeft de bestreden fictieve beslissing vernietigd en bepaald dat de Minister binnen drie maanden na de uitspraak een reële beslissing moet nemen op het bezwaar van appellant. Tevens is gelast dat het door appellant gestorte griffierecht van Afl. 25,- wordt teruggegeven. De uitspraak is gedaan door mr. M. Soffers en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie. Voor het indienen van het hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.

Uitspraak

Uitspraak van 21 januari 2019
Lar nr. AUA201802581
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
[appellant],
wonende in Aruba,
APPELLANT,
procederend in persoon,
gericht tegen:
de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie,
zetelend in Aruba,
VERWEERDER.

1.PROCESVERLOOP

Bij beschikking van 8 maart 2018 heeft verweerder het verzoek van appellant om hem een tijdelijk verblijfsvergunning te verlenen, afgewezen.
Appellant heeft bij brief van 2 april 2018, ingekomen op 4 april 2018, bezwaar gemaakt tegen de afwijzende beslissing.
Tegen het uitblijven van een beslissing op het bezwaar heeft appellant op 17 augustus 2018 beroep ingesteld bij dit gerecht.
Verweerder heeft geen verweerschrift ingediend.
Uitspraak is bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Het gerecht overweegt dat appellant tijdig in beroep is gekomen tegen het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaarschrift.
2.2
Ingevolge artikel 32, onder c en onder e, van de Lar kan het gerecht onmiddellijk uitspraak doen indien de beslissing waartegen het beroep is gericht, kennelijk niet in stand kan blijven, alsmede indien het bestuursorgaan binnen de gestelde termijn geen verweerschrift heeft ingediend.
De vaststelling dat ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar is genomen, maakt dat de ongemotiveerde, als afwijzende beslissing op het bezwaar geldende, beslissing (artikel 23, tweede lid, Lar) kennelijk niet in stand kan blijven. Het beroep zal gegrond worden verklaard. Verweerder dient binnen drie maanden na deze uitspraak een reële beslissing te nemen.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden fictieve beslissing op het bezwaar van appellant;
- bepaalt dat verweerder binnen drie maanden na dagtekening van deze uitspraak een reële beslissing dient te nemen op het bezwaar van appellant;
- gelast de teruggave van het door appellant gestorte griffierecht van Afl. 25,- .
Deze beslissing is gegeven door mr. M. Soffers, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op maandag, 21 januari 2019, in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na dagtekening van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (LAR-zaken).
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij de griffie van dit Gerecht.
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de dag van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.