ECLI:NL:OGEAA:2019:423

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
12 juni 2019
Publicatiedatum
16 juli 2019
Zaaknummer
1659/AUA201701953
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap tussen partijen

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, betreft het de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap tussen de vrouw en de man. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.L. Griffith, en de man, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.A.R. Bryson, hebben hun standpunten uiteengezet in een procedure die begon met een tussenvonnis op 6 februari 2019. Tijdens een comparitie op 12 maart 2019 zijn aanvullende stukken ingediend door de man, die zijn eis in reconventie heeft aangevuld. De man vordert onder andere dat de vrouw hem een bedrag van Afl. 24.543,88 betaalt, alsook een maandelijkse vergoeding van Afl. 1.280,- totdat de voormalige echtelijke woning is verkocht.

Het gerecht heeft de taxatie van de voormalige echtelijke woning vastgesteld op Afl. 366.167,- en heeft bepaald dat de man de woning kan toebedeeld krijgen tegen deze waarde, mits hij dit binnen 30 dagen na betekening van het vonnis kenbaar maakt. Indien de man dit niet doet, zal de woning via een makelaar verkocht worden. Daarnaast is er een gebruiksvergoeding vastgesteld die de vrouw aan de man moet betalen voor het gebruik van de woning sinds de echtscheiding.

De verdeling van de inboedelgoederen is ook aan de orde gekomen, waarbij het gerecht heeft geoordeeld dat de man bepaalde goederen heeft meegenomen en dat andere goederen aan de vrouw toebedeeld worden. De man heeft ook aanspraak gemaakt op belastingrestituties en pensioen, waarbij de vrouw recht heeft op de helft van het opgebouwde pensioen. Het gerecht heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 12 juni 2019.

Uitspraak

Vonnis van 12 juni 2019
Behorend bij A.R. no. 1659/AUA201701953
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
[Naam eiseres],
wonende in Aruba,
eiseres,
nader te noemen: “de vrouw”,
gemachtigde: de advocaat mr. G.L. Griffith,
tegen:
[Naam gedaagde],
wonende in Aruba,
gedaagde,
nader te noemen “de man”,
gemachtigde: de advocaat mr. J.A.R. Bryson.

1.DE VERDERE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure tot en met 6 februari 2019 blijkt uit het tussenvonnis van die datum. Op 12 maart 2019 heeft een comparitie van partijen plaatsgevonden. Op die comparitie is namens de man een akte gedateerd 24 november 2018 ingediend, die niet eerder was ontvangen door het gerecht. Bij de wederpartij was die akte wel bekend.
1.2
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1
Voor de standpunten van partijen wordt verwezen naar het tussenvonis van 28 maart 2018. De man heeft bij antwoordakte van 4 juli 2018 zijn eis in reconventie aangevuld. De vrouw heeft zich daartegen niet verzet, zodat de eiswijziging zal worden toegestaan. De man vordert in reconventie, samengevat, na wijziging van eis dat het gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
a. de vrouw veroordeelt om aan de man te betalen een bedrag van Afl. 24.543,88 vermeerderd met de wettelijke rente,
b. de vrouw veroordeelt om aan de man te betalen een bedrag van Afl. 1.280,- per maand vermeerderd met de wettelijke rente totdat de voormalige echtelijke woning verkocht en geleverd zal zijn,
c. de vrouw veroordeelt een vergoeding voor het gebruik van de woning aan de man te betalen totdat de voormalige echtelijke woning verkocht en geleverd zal zijn,
d. een redelijke verkoopprijs bepaalt waartegen de woning verkocht dient te worden,
e. bepaalt dat de man zich binnen zes maanden zal kunnen uitlaten of hij de woning toebedeeld wenst te krijgen onder overlegging van een bankgarantie, na verrekening van de achterstallige hypotheek en verzekeringspremies,
f. voor zover en indien de man de woning toebedeeld wenst te krijgen, de man toestemming verleent om zonder medewerking van de vrouw de verdeling en levering plaats te laten vinden, althans de vrouw veroordeelt om aan de verdeling en levering mee te werken op straffe van een dwangsom,
subsidiair,
g. een andere in goede justitie te maken beslissing neemt,
h. de vrouw veroordeelt in de proceskosten.
2.2
Op de stellingen van partijen zal in het hiernavolgende verder worden ingegaan.

3.DE VERDERE BEOORDELING IN CONVENTIE EN IN RECONVENTIE

Voormalige echtelijke woning te [Perceelnummer] en gebruiksvergoeding

3.1
De woning is inmiddels getaxeerd. De taxateur heeft de marktwaarde op Afl. 366.167,- vastgesteld. De man heeft bij akte van 4 juli 2018 aangegeven dat hij de woning toebedeeld wenst te krijgen. De man is vervolgens in de gelegenheid gesteld om zich hierover nader uit te laten en met bescheiden te onderbouwen dat hij daadwerkelijk in staat is om financiering te verkrijgen om de vrouw uit te kopen. De man heeft vervolgens in zijn akte van 24 november 2018 aangegeven dat hij de woning toebedeeld wenst te krijgen tegen betaling aan de vrouw van de helft van executiewaarde. De vrouw heeft daar bezwaar tegen gemaakt. De man heeft een brief van APFA in het geding gebracht waaruit blijkt dat hij Afl. 250.000,- inclusief notaris en overdrachts kan lenen om de huidige hypotheek over te nemen. Het gerecht bepaalt dat de woning aan de man kan worden toebedeeld tegen de getaxeerde marktwaarde. Indien de man de woning toebedeeld wenst te krijgen tegen voornoemde waarde, zal dit plaatsvinden bij notariële akte ten overstaan van de notaris die al is benoemd in de echtscheidingsbeschikking van 26 september 2016, te weten notaris [naam notaris].
3.2
Het gerecht zal bepalen dat, indien de man de woning niet toebedeeld wenst te krijgen tegen de getaxeerde marktwaarde, de woning via een makelaar verkocht dient te worden. Partijen konden zich uitlaten over de getaxeerde waarde, tegen welke prijs de woning te koop gezet zal worden, wat de minimale verkoopprijs dient te zijn en bij welke makelaar de woning te koop gezet zal worden. Alleen de vrouw heeft dit gedaan. De vrouw heeft voorgesteld om de woning te koop te zetten bij makelaarskantoor Aruba Living Today tegen een verkoopprijs van Afl. 369.000,- en als minimale verkoopprijs Afl. 360.000,- te hanteren. Nu de man daar niets tegen in heeft gebracht, zal het gerecht het voorstel van de vrouw volgen en de verkoop van de woning op die wijze gelasten, indien en voor zover de man de woning niet tegen de getaxeerde marktwaarde toebedeeld wenst te krijgen.
3.3
De man heeft sinds de echtscheiding hypotheeklasten (thans Afl. 1990,- per maand) en verzekeringspremies betreffende de woning (brand/opstalverzekering en levensverzekering, totaal Afl. 570,- per maand) betaald. De vrouw is gehouden de helft van die betaalde lasten aan de man te vergoeden en wel vanaf 24 oktober 2016 tot aan het moment waarop de woning notarieel aan de man wordt toebedeeld dan wel wordt geleverd na verkoop aan een derde. De man heeft expliciet verzocht om te bepalen dat de vrouw zolang de akte van verdeling en levering niet zal zijn verleden maandelijks de helft van de hypotheekkosten (Afl. 995,-) en de verzekeringspremies (Afl. 285,-) alsmede de door het gerecht te bepalen gebruiksvergoeding aan de man dient te betalen. De vrouw heeft aangevoerd dat zij niet in staat is dit maandelijks te voldoen. In de echtscheidingsprocedure is er bij het vaststellen van de alimentatie rekening mee gehouden dat de man deze kosten betaalt. Het gerecht zal daarom bepalen dat de vrouw de betreffende vergoeding ter zake de door de man betaalde hypotheekaflossing, -rente en verzekeringspremies dient te betalen uiterlijk bij uitkering van de overbedelingsvergoeding dan wel de koopsom na het verlijden van de betreffende notariële akte, zulks na aftrek van de restant hypotheekshuld en de (notariële) kosten die verband houden met de toedeling van de woning aan de man dan wel verkoop van de woning.
3.4
De vrouw dient daarnaast nog aan de man te vergoeden de helft van de door de man voorgeschoten taxatiekosten, zijnde Af. 225,- (de helft van Afl. 450,-).
3.5
De vrouw is de woning sinds de echtscheiding blijven bewonen. De man maakt terecht aanspraak op een gebruiksvergoeding. Gelet op de getaxeerde waarde van de woning zal het gerecht die vaststellen op Afl. 610,28 per maand (4% van Afl. 366.167,- /12 maanden / 2) vanaf datum inschrijving echtscheidingsbeschikking tot aan het moment dat de woning middels notariële akte aan de man wordt toebedeeld dan wel het moment dat de woning na verkoop middels notariele akte wordt geleverd aan een derde. Het gerecht zal bepalen dat de vrouw dit deel dient te betalen uiterlijk bij uitkering van de overbedelingsvergoeding dan wel verkoopopbrengst van de woning, na aftrek van de in r.o. 3.3 en 3.4 genoemde bedragen.
Inboedel
3.6
De man heeft voldoende gemotiveerd betwist dat hij de volgende door de vrouw opgesomde goederen heeft meegenomen: cement, zand, keuken decoraties, emmer witte verf en plywood. De vrouw heeft ter zake ook geen bewijsaanbod gedaan, zodat het gerecht deze goederen niet in de verdeling zal betrekken. De man heeft eerst bij contra-akte betwist dat hij de kristallen glazen en het servies heeft meegenomen. Het gerecht gaat aan deze onvoldoende onderbouwde betwisting voorbij. De volgende goederen die door de man zijn meegenomen resteren aan de hand van de door partijen bij antwoordaktes overgelegde lijsten:
Bij man waarde volgens vrouw waarde volgens man
Fiets 1000 250
Tafels gereedschappen 600 135
Tv kast 500 50
Gereedschappen 2.500 650
Patio set 800 125
Rekken met dvd’s 500 100
Dvd speler met speakers 600 275/40
Kristallen glazen 300 50
Servies set 300 geen waarde
Speakers 250 40
Pronkstukken 200 25
Ijzeren kasten 150 50
Wok 300 25
Betonmolen 350 100
3.7
Voor wat betreft de inboedelgoederen die in bezit van de vrouw zijn gebleven overweegt het gerecht als volgt. De man heeft de stelling van de vrouw dat het drumstel, de playstation en drummer van de zoon zijn en door de zoon zijn meegenomen niet weersproken. Verder heeft de man niet onderbouwd dat de vrouw met kampeerspullen is gebleven. Deze goederen worden derhalve buiten de verdeling gelaten. De man heeft tevens onvoldoende gemotiveerd gesteld dat nog andere goederen deel uitmaakten van de boedel en dat de vrouw deze heeft verkocht. Dat bepaalde goederen niet meer op een door de vrouw overgelegde lijst met inboedelgoederen voorkomen is daartoe onvoldoende. De volgende goederen die in de woning zijn gebleven resteren aan de hand van de door partijen bij antwoordaktes overgelegde lijsten:
Bij vrouw waarde volgens vrouw
Pallet blokken 375
Eettafel met stoelen 350
IJskasten 100
Bed en matras 100
Bed en matras 150
Tv 750
Sofa geen waarde
Fan geen waarde
Stofzuiger 75
Wasmachine 400
Droger 450
Strandstoel geen waarde
Grill geen waarde
Glazen tafels 200
Airco 250
Airco 150
Raam 500
Waterpijp 100
Picnic mand geen waarde
Wasmand 25
Gastankje 25
Toilet tafel 50
De man heeft de door de vrouw gestelde waardes van deze goederen niet betwist.
3.8
In hetgeen partijen over en weer hebben gesteld en betwist ziet het gerecht aanleiding naar billijkheid te beslissen als volgt. De hiervoor opgesomde goederen die door de man zijn meegenomen worden aan de man toebedeeld en de hiervoor opgesomde goederen die in de woning zijn gebleven worden aan de vrouw toebedeeld, zonder dat partijen over een weer een vergoeding wegens overbedeling verschuldigd zullen zijn.
Tri-bike
3.9
De vrouw heeft stukken overgelegd waaruit blijkt dat de tri-bike op naam van de man verzekerd is geweest in de jaren 2013 t/m 2015. In het licht van deze nadere onderbouwing door de vrouw, heeft de man onvoldoende gemotiveerd weersproken dat de tri-bike deel uitmaakt van de boedel.
3.1
De vrouw heeft bij contra-akte (middels productie 1) gesteld dat de tribike Afl. 22.000 waard is. De man heeft deze waarde onvoldoende gemotiveerd betwist. Hij heeft slechts betwist dat de tribike in de boedel valt. De tribike zal aan de man worden toebedeeld, waarbij de man Afl. 11.000,- aan de vrouw dient te vergoeden wegens overbedeling.
Trailer
3.11
De vrouw heeft haar stelling dat de trailer aan partijen toebehoort en in de boedel valt niet nader kunnen onderbouwen, terwijl zij ook geen bewijsaanbod heeft gedaan. Dit betekent dat onvoldoende is komen vast te staan dat de trailer deel uitmaakt van de gemeenschap. Het gerecht zal de trailer dan ook niet in de verdeling betrekken.
Auto’s
3.12
De man heeft een taxatierapport betreffende de jeep in het geding gebracht waaruit een waarde van Afl. 15.500,- blijkt. De vrouw heeft deze waarde onvoldoende gemotiveerd betwist en niet gesteld hoeveel de jeep in haar ogen wel waard is, zodat het gerecht van deze waarde uit zal gaan. De jeep zal worden toebedeeld aan de man, waarbij de man een bedrag van Afl. 7.750,- aan de vrouw dient te voldoen wegens overbedeling. De kosten van de taxatie bedragen Afl. 150,-. De vrouw dient de helft daarvan, Afl. 75,-, aan de man te voldoen.
3.13
De [merk] [model] wordt aan de vrouw toebedeeld, waarbij de vrouw een bedrag van Afl. 1.750,- (uitgaande van een waarde van Afl. 3.500,-) aan de man dient te voldoen wegens overbedeling. Dit was reeds ter comparitie van 23 januari 2018 afgesproken.
Belastingrestituties
3.14
De vrouw heeft bij akte van 6 juni 2018 stukken overgelegd waaruit blijkt dat de man in totaal Afl. 18.053,34 aan belastingrestituties heeft ontvangen. De man heeft bij comparitie van 23 januari 2018 stukken overgelegd, waaruit blijkt dat de door de vrouw genoemde bedragen juist zijn. De man dient de helft daarvan, zijnde Afl. 9.026,67, aan de vrouw te vergoeden tegen overbedeling.
Pensioen
3.15
Het door de man gedurende het huwelijk iopgebouwde pensioen wordt aan de man toebedeeld, waarbij de helft van het opgebouwde pension aan de vrouw toekomt. De vrouw kan te zijner tijd, wanneer het pensioen betaalbaar gesteld zal worden, aanspraak maken op haar deel van het pensioen.
3.16
Partijen dienen de posten tri-bike, auto’s en belastingrestituties met elkaar af te rekenen uiterlijk bij uitkering van de overbedelingsvergoeding dan wel verkoopopbrengst van de woning na het verlijden van de betreffende notariële akte, na aftrek van de in r.o. 3.3 en 3.4 genoemde bedragen.
3.17
In de echtscheidingsbeschikking van 26 september 2016 is al een onzijdig persoon benoemd om die persoon te vertegenwoordigen die mocht weigeren of nalaten aan de verdeling mee te werken. Het gerecht zal dit voor de duidelijkheid in dit vonnis nogmaals doen.
3.18
Hetgeen partijen meer of anders gevorderd hebben zal worden afgewezen.
3.19
Gelet op de aard van het geschil zullen de proceskosten worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
in conventie en in reconventie:
4.1
stelt de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap tussen partijen vast op de hiervoor in dit vonnis bepaalde wijze;
4.2
bepaalt dat de man de woning tegen een waarde van Afl. 366.167,- toebedeeld kan krijgen indien hij binnen 30 dagen na betekening van dit vonnis aan de vrouw kenbaar maakt dat hij dit wenst;
4.3
voor het geval de man niet binnen 30 dagen na betekening van dit vonnis aan de vrouw kenbaar maakt dat hij de woning tegen een waarde van Afl. 366.167,- toebedeeld wens te krijgen: gelast de verkoop van de woning via makelaarskantoor Aruba Living Today tegen een te hanteren verkoopprijs van Afl. 369.000,- en een te hanteren minimale verkoopprijs van Afl. 360.000,-;
4.4
bepaalt dat iedere partij zijn medewerking dient te verlenen aan het verlijden van de notariële akte van verdeling ten overstaan van notaris [naam notaris] (indien de man binnen 30 dagen aan de vrouw kenbaar maakt dat hij de woning tegen een waarde van Afl. 366.167,- toebedeeld wenst te krijgen) dan wel aan het verlijden van de notariële akte van levering aan een derde in geval van verkoop van de woning op de hiervoor bepaalde wijze;
4.5
bepaalt dat partijen over en weer dienen af te rekening op de in dit vonnis bepaalde wijze uiterlijk bij uitkering van de overbedelingsvergoeding dan wel verkoopopbrengst van de woning na het verlijden van de betreffende notariële akte, na aftrek van de in r.o. 3.3 en 3.4 genoemde bedragen;
4.6
benoemt tot onzijdig persoon om die partij te vertegenwoordigen die mocht weigeren of nalaten aan deze verdeling mee te werken: [naam deurwaarder], deurwaarder, wonende te Aruba;
4.7
verklaart dit vonnis tot zover en daar waar rechtens mogelijk uitvoerbaar bij voorraad;
4.8
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
4.9
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Schoemaker, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 12 juni 2019 in aanwezigheid van de griffier.