ECLI:NL:OGEAA:2019:422
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap na echtscheiding
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, betreft het de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap tussen een vrouw en een man na hun echtscheiding. Partijen waren op 31 mei 1989 in de Dominicaanse Republiek gehuwd en de echtscheiding werd uitgesproken op 21 augustus 2002, met inschrijving in de registers van de burgerlijke stand op 24 september 2002. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.M. Malmberg, vorderde onder andere een gebruiksvergoeding, betaling van de helft van de waarde van de voormalige echtelijke woning, en een verdeling van de pensioenrechten die tijdens het huwelijk zijn opgebouwd.
De man, die in persoon procedeerde, verzet zich niet tegen de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap, maar betwist de wijze waarop de vrouw deze verdeling heeft gevorderd. Het gerecht heeft vastgesteld dat beide partijen wensen dat de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap wordt vastgesteld. Het gerecht heeft als peildatum voor de verdeling de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking gehanteerd.
Het gerecht heeft de waarde van de voormalige echtelijke woning vastgesteld op Afl. 130.519,- en bepaald dat de man de woning kan krijgen tegen deze waarde, mits hij binnen 30 dagen na betekening van het vonnis aantoont dat hij in staat is om deze waarde te betalen. Indien de man de woning niet wil of kan verkrijgen, dient deze te worden verkocht. Het gerecht heeft ook de gebruiksvergoeding vastgesteld die de man aan de vrouw moet betalen, evenals de verdeling van de hypotheeklasten en andere kosten. Het vonnis is uitgesproken op 12 juni 2019 door mr. M. Schoemaker.