ECLI:NL:OGEAA:2019:419
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake nakoming artikel 477 Rv en vervangende schadevergoeding in civiele procedure
Op 12 juni 2019 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in de civiele zaak tussen de naamloze vennootschap Servicio di Telecomunicacion di Aruba N.V. (Setar) en de naamloze vennootschap Click Print (CP) & More N.V. De procedure volgde op een betalingsbevel van 30 januari 2013, waarbij een derde, [naam belanghebbende], was bevolen om aan Setar te betalen. CP, als werkgever van [naam belanghebbende], werd betrokken bij de procedure na het leggen van executoriaal beslag op het loon van [naam belanghebbende]. Setar vorderde dat CP werd veroordeeld tot nakoming van haar verplichtingen onder artikel 477 Rv en tot betaling van vervangende schadevergoeding indien CP niet aan deze verplichtingen voldeed. Tijdens de zitting op 25 april 2019 heeft Setar haar eis gewijzigd en is het vonnis op 12 juni 2019 bepaald.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat CP slechts een deel van het verschuldigde bedrag heeft ingehouden en afgedragen aan de deurwaarder. Het Gerecht oordeelde dat CP niet verplicht was tot nakoming van de volledige verplichting, maar dat CP wel vervangende schadevergoeding verschuldigd was aan Setar. CP werd veroordeeld tot betaling van het totaalbedrag dat [naam belanghebbende] krachtens het betalingsbevel was veroordeeld, verminderd met het reeds afgedragen bedrag. Daarnaast werd CP veroordeeld in de proceskosten van Setar, die zijn begroot op Afl. 643,61 aan verschotten en Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte werd afgewezen.