ECLI:NL:OGEAA:2019:407

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
2 juli 2019
Publicatiedatum
8 juli 2019
Zaaknummer
AUA201901394
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van een minderjarige met gedragsstoornissen en benoeming van een gezinsvoogdes

Op 2 juli 2019 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een beschikking gegeven in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren op [geboortedatum] 2005 in Nederland. Het verzoek tot ondertoezichtstelling werd ingediend door de Voogdijraad op 25 april 2019, na een minderjarigenverhoor op 3 juni 2019 en een mondelinge behandeling op 4 juni 2019. Tijdens deze zittingen waren de moeder en vertegenwoordigers van de Voogdijraad aanwezig, terwijl de vader, ondanks behoorlijke oproeping, niet verscheen.

De feiten van de zaak tonen aan dat de minderjarige, [naam kind], kampt met gedragsstoornissen zoals ADHD en ODD. De moeder heeft geen pedagogische vaardigheden en is emotioneel en fysiek mishandelend naar de minderjarige toe. De vader woont in Curaçao en is weinig betrokken bij de opvoeding. Gezien deze omstandigheden is het gerecht van oordeel dat de minderjarige bedreigd wordt met zedelijke en lichamelijke ondergang onder het gezag van de ouders.

De rechter heeft op basis van artikel 1:254 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba geoordeeld dat er gronden zijn voor ondertoezichtstelling. Tevens is besloten dat het in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige noodzakelijk is dat hij wordt opgenomen in het Orthopedagogisch Centrum. De beschikking houdt in dat [naam kind] voor de duur van één jaar onder toezicht wordt gesteld, met benoeming van [naam voogdes] als gezinsvoogdes, en dat hij wordt geplaatst in het Orthopedagogisch Centrum, met uitvoerbaarheid bij voorraad.

Uitspraak

Beschikking van 2 juli 2019
behorend bij EJ nr. AUA201901394
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
DE VOOGDIJRAAD,
kantoorhoudend in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd.
met betrekking tot de minderjarige:
[naam kind], geboren op [geboortedatum] 2005 in Nederland.
Belanghebbenden:
[naam moeder], de moeder,
[naam vader], de vader,
[naam voogdes], de voorgestelde gezins.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 25 april 2019,
  • het minderjarigenverhoor van 3 juni 2019,
  • de mondelinge behandeling van 4 juni 2019, waaruit blijkt dat zijn verschenen de moeder in persoon, namens de Voogdijraad mevrouw [medewerker 1] en mevrouw [medewerker 2] en namens de Fundacion Guia Mi mevrouw [medewerker 1]. De vader is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
De

2.DE FEITEN

2.1
Uit het huwelijk tussen de vader en de moeder is [naam kind] op [geboortedatum] 2005 in Nederland geboren.
2.2
Bij beschikking van 12 september 2011 (behorend bij EJ nr. 1794 van 2011) is de echtscheiding tussen de ouders uitgesproken en is bepaald dat de ouders het gezag gezamenlijk blijven uitoefenen.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot ondertoezichtstelling van de minderjarige voor de periode van één jaar met benoeming van mevrouw [naam voogdes] als gezinsvoogdes. Tevens wordt de plaatsing van de minderjarige in het Orthopedagogisch Centrum verzocht.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ingevolge artikel 1:254, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW) kan de rechter een kind onder toezicht stellen indien het zodanig opgroeit, dat het met de zedelijke of lichamelijke ondergang wordt bedreigd.
4.2
Het gerecht is, gelet op hetgeen uit het dossier en ter terechtzitting naar voren is gekomen, van oordeel dat genoemde gronden voor ondertoezichtstelling aanwezig zijn en overweegt daartoe als volgt.
Uit het rapport van de Voogdijraad kan worden vastgesteld dat de minderjarige met gedragsstoornissen ADHD en ODD kampt. Hij heeft moeite met structuur en regels te volgen. De moeder beschikt niet over pedagogische vaardigheden en heeft geen inzicht in haar aandeel in de problematiek. Moeder voelt zich machteloos waardoor zij emotioneel en fysiek mishandelend wordt naar de minderjarige toe. De vader woont in Curaçao en is weinig betrokken bij de opvoeding van de minderjarige. De minderjarige wordt onder de huidige omstandigheden bedreigd met de zedelijke en lichamelijke ondergang onder het gezag van de ouders.
4.3
Ingevolge artikel 1:263, eerste lid, BW kan de rechter het kind doen opnemen in een door hem aan te wijzen inrichting of elders dan in een inrichting indien dit in het belang van de verzorging en opvoeding noodzakelijk is. Het gerecht is van oordeel dat het in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige noodzakelijk is dat hij wordt opgenomen in het Orthopedagogisch Centrum.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
stelt [naam kind], geboren op [geboortedatum] 2005 in Nederland, onder toezicht voor de duur van één jaar ingaande heden,
benoemt [naam voogdes] tot gezinsvoogdes,
beveelt de plaatsing van [naam kind] in het Orthopedagogisch Centrum, voor de duur van één jaar ingaande heden,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven op dinsdag 2 juli 2019 door mr. M. Soffers, rechter in dit gerecht, in aanwezigheid van de griffier.