ECLI:NL:OGEAA:2019:406

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
2 juli 2019
Publicatiedatum
8 juli 2019
Zaaknummer
AUA201901271
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van een minderjarige in het personen- en familierecht

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 2 juli 2019 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek tot ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren op [geboortedatum] 2004. Het verzoek is ingediend door de Voogdijraad op 16 april 2019, na een minderjarigenverhoor op 3 juni 2019 en een mondelinge behandeling op 4 juni 2019, waarbij de ouders van de minderjarige, de raadsonderzoeker en de gezinsvoogdes aanwezig waren.

De ouders van de minderjarige oefenen gezamenlijk gezag uit, maar de communicatie tussen hen is slecht en hun opvoedingsstijlen zijn tegenstrijdig. Dit heeft geleid tot een gebrek aan continuïteit en structuur in de opvoeding van de minderjarige, wat zijn emotionele ontwikkeling bedreigt. De rechter oordeelt dat er voldoende gronden zijn voor ondertoezichtstelling op basis van artikel 1:254, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat stelt dat een kind onder toezicht kan worden gesteld indien het opgroeit in omstandigheden die zijn zedelijke of lichamelijke ontwikkeling bedreigen.

De rechter heeft het verzoek tot ondertoezichtstelling toegewezen voor de duur van één jaar en benoemt mevrouw [naam voogdes] als gezinsvoogdes. Het verzoek om dagbehandeling in het Orthopedagogisch Centrum is afgewezen, omdat dit geen uithuisplaatsing betreft en geen machtiging vereist is. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen. Deze beschikking is gegeven door mr. M. Soffers, rechter in dit gerecht, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 2 juli 2019
behorend bij EJ nr. AUA201901271
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
DE VOOGDIJRAAD,
kantoorhoudend in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd.
met betrekking tot de minderjarige:
[naam kind], geboren op [geboortedatum] 2004 in Aruba.
Belanghebbenden:
[naam moeder], de moeder,
[naam vader], de vader,
[naam voogdes], de voorgestelde gezins.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 16 april 2019,
  • het minderjarigenverhoor van 3 juni 2019,
  • de mondelinge behandeling van 4 juni 2019, waar zijn verschenen de moeder en de vader in persoon, de raadsonderzoeker van de Voogdijraad, mevrouw [medewerker 1] en de gezinsvoogdes.
De

2.DE FEITEN

2.1
Uit het huwelijk tussen de vader en de moeder is [naam kind] op [geboortedatum] 2004 in Aruba geboren. De ouders oefenen het gezag gezamenlijk uit.
2.2
Bij beschikking van dit gerecht van 3 april 2018 (behorend bij EJ nr. AUA201703194) is de minderjarige onder toezicht gesteld voor de duur van één jaar.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot ondertoezichtstelling van de minderjarige voor de periode van één jaar. Tevens wordt dagbehandeling van de minderjarige in het Orthopedagogisch Centrum verzocht met benoeming van mevrouw [naam voogdes] als gezinsvoogdes.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ingevolge artikel 1:254, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW) kan de rechter een kind onder toezicht stellen indien het zodanig opgroeit, dat het met de zedelijke of lichamelijke ondergang wordt bedreigd.
4.2
Het gerecht is, gelet op hetgeen uit het dossier en ter terechtzitting naar voren is gekomen, van oordeel dat genoemde gronden voor ondertoezichtstelling aanwezig zijn en overweegt daartoe als volgt.
Uit het rapport van de Fundacion Guia Mi kan worden vastgesteld dat de ouders een slechte communicatie met elkaar hebben en twee tegenovergestelde opvoedingsstijlen hebben. De minderjarige heeft behoefte aan duidelijke grenzen en een vaste structuur. Er is geen sprake van continuïteit en structuur voor de minderjarige. Hierdoor wordt de emotionele ontwikkeling van de minderjarige bedreigd. Ouders zijn nu van elkaar gescheiden en hebben opvoedingsondersteuning nodig.
4.3
De dagbehandeling in het Orthopedagogisch Centrum is geen uithuisplaatsing zoals bedoeld in artikel 1:263 BW, en behoeft geen machtiging als bedoeld in artikel 1:260, lid 3 BW, zodat het verzoek in zoverre zal worden afgewezen. Op grond van artikel 1:260 BW dienen bij de verzorging en opvoeding van een onder toezicht gesteld kind de ouders zich te gedragen naar de aanwijzingen van de gezinsvoogd, ook als dat inhoudt dat het onder toezicht gestelde kind de dagbehandeling bij het Orthopedagogisch Centrum moet volgen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
stelt [naam kind], geboren op [geboortedatum] 2004 in Aruba, onder toezicht voor de duur van één jaar ingaande heden,
benoemt [naam voogdes] tot gezinsvoogdes,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven op 2 juli 2019 door mr. M. Soffers, rechter in dit gerecht, in aanwezigheid van de griffier.