In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 2 juli 2019 een beschikking gegeven met betrekking tot de ondercuratelestelling van een meerderjarige vrouw, hierna aangeduid als verweerster. Het verzoek tot ondercuratelestelling is ingediend door haar dochters, verzoekster 1 en verzoekster 2, die beiden de belangen van hun moeder willen behartigen. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 5 april 2019 werd ingediend, gevolgd door een zitting op 11 juni 2019 en een verhoor van de verweerster op 13 juni 2019.
De dochters hebben aangevoerd dat hun moeder lijdt aan dementie en bedlegerig is, waardoor zij niet in staat is om haar eigen belangen adequaat te behartigen. De rechter heeft vastgesteld dat het verzoek gegrond is op artikel 1:378, lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat de mogelijkheid biedt om een meerderjarige onder curatele te stellen wegens een geestelijke stoornis. De rechter heeft ook verklaringen gehoord van een psychiater, dr. H.A.E. van Gaalen, die bevestigde dat de verweerster lijdt aan de ziekte van Alzheimer.
De rechter heeft besloten om de verweerster onder curatele te stellen en heeft verzoekster 1 benoemd tot curatrice. De curatrice is verplicht om binnen acht weken na aanvang van haar taak een schriftelijke opgave van de aanwezige gerede gelden en andere activa ter griffie in te dienen. Tevens moet zij jaarlijks een rekening van haar bewind indienen. De beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in deze zaak, en zal worden gepubliceerd in de Landscourant van Aruba en in de lokale dagbladen.