ECLI:NL:OGEAA:2019:4

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
9 januari 2019
Publicatiedatum
15 januari 2019
Zaaknummer
AUA 2018 01213
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oproeping in vrijwaring in civiele procedure tussen New India Representative N.V. en Nos Seguro N.V.

In deze civiele procedure, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 9 januari 2019 een tussenvonnis uitgesproken in het incident tot vrijwaring. De zaak betreft een geschil tussen de naamloze vennootschap New India Representative N.V. (hierna: New India) en de naamloze vennootschap Nos Seguro N.V. (hierna: Nos Seguro). New India wordt vertegenwoordigd door de advocaten mrs. A.E. Barrios en M.D. Tromp, terwijl Nos Seguro wordt bijgestaan door advocaat mr. D.G. Kock. De procedure is gestart naar aanleiding van een verzoek van Nos Seguro om Boogaard Assurantiën N.V. in vrijwaring op te roepen. Dit verzoek is gebaseerd op een overeenkomst die Nos Seguro op 5 oktober 2017 heeft gesloten met Boogaard, waarbij Boogaard zich heeft verbonden om de schuld van Nos Seguro aan New India te betalen.

De rechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat voor toewijzing van de vordering tot oproeping in vrijwaring voldoende is dat blijkt dat de waarborg, in dit geval Boogaard, verplicht is om de nadelige gevolgen van een veroordeling van de gewaarborgde, zijnde Nos Seguro, te dragen. De rechter oordeelt dat het verzoek tot oproeping in vrijwaring toewijsbaar is, omdat het belang bij de vrijwaring is gegeven. De beslissing over de proceskosten van dit incident is aangehouden tot in de hoofdzaak wordt beslist. De rechter heeft het verzoek tot oproeping in vrijwaring toegewezen en Boogaard Assurantiën N.V. bevolen om op te roepen tegen de zitting van 6 februari 2019, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden.

Dit vonnis is uitgesproken door mr. S. Verheijen en werd openbaar gemaakt op 9 januari 2019 in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 9 januari 2019
Behorend bij AUA 2018 01213
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in het incident tot vrijwaring in de zaak van:
de naamloze vennootschap
NEW INDIA REPRESENTATIVE N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: New India,
gemachtigde: de advocaten mrs. A.E. Barrios en M.D. Tromp,
tegen:
de naamloze vennootschap
NOS SEGURO N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Nos Seguro,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de incidentele conclusie van Nos Seguro;
- de conclusie van antwoord in het incident van New India.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis in het incident.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1.
Voor zover voor de beslissing van belang staan de volgende feiten als erkend of niet voldoende gemotiveerd weersproken in dit geding vast.
2.2.
Bij brief van 11 oktober 2017 heeft Nos Seguro, New India geïnformeerd dat zij op
5 oktober 2017 een overeenkomst met Boogaard Assurantiën N.V. (hierna: Boogaard) heeft gesloten met betrekking tot de verkoop en overdracht van haar gehele verzekeringsportefeuille aan Boogaard en dat Boogaard zich heeft verbonden om de schuld van Nos Seguro aan New India te betalen.

3.HET VERZOEK

3.1.
Nos Seguro meent gronden te hebben om van Boogaard vrijwaring te vorderen en verzoekt op voet van artikel 71 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering oproeping van deze rechtspersoon te bevelen teneinde haar te laten veroordelen in al hetgeen waartoe Nos Seguro jegens New India zal worden veroordeeld.
3.2.
Nos Seguro grondt het verzoek erop dat Boogaard de portefeuille van Nos Seguro heeft overgenomen en zich heeft verbonden om de schuld van Nos Seguro aan New India te betalen.

4.DE BEOORDELING

4.1.
Voor toewijzing van de vordering tot oproeping in vrijwaring is voldoende dat blijkt dat de waarborg krachtens zijn rechtsverhouding tot de gewaarborgde verplicht is om de nadelige gevolgen van een veroordeling van de gewaarborgde in de hoofdzaak te dragen. Tussen de vordering in de hoofdzaak en de vordering in vrijwaring hoeft geen rechtstreeks verband te bestaan. Evenmin is vereist dat de waarborg verplicht is om de gewaarborgde in de procedure bij te staan. Indien aan het vereiste voor het toestaan van oproeping in vrijwaring in beginsel is voldaan dient de rechter over te gaan tot een onderzoek van de belangen van partijen en de eisen van een doelmatige procesvoering teneinde te kunnen beoordelen of de oproeping tot vrijwaring in de omstandigheden van het geval op haar plaats is en meer in het bijzonder of daarvan wellicht onredelijke of onnodige vertraging van het geding te verwachten is.
4.2.
Nu Nos Seguro stelt dat de op haar rustende betalingsverplichting jegens New India op grond van de hiervoor genoemde overeenkomst van 5 oktober 2017 tussen Nos Seguro en Boogaard is overgegaan op Boogaard, is daarmee in beginsel het belang bij de vrijwaring gegeven. De omstandigheid dat New India betwist dat de betalingsverplichting van Nos Seguro jegens New India van oktober 2017 tot en met december 2017 onder genoemde overeenkomst van 5 oktober 2017 valt, is op dit moment niet doorslaggevend. Dit zal in de hoofdprocedure dienen te worden uitgezocht. Het verzoek zal dan ook worden toegewezen.
4.3.
De beslissing over de proceskosten van dit incident wordt aangehouden tot in de hoofdzaak wordt beslist.

5.DE UITSPRAAK:

De rechter in dit gerecht:
in het incident:
wijst het verzoek toe;
beveelt
Boogaard Assurantiën N.V., gevestigd en kantoorhoudende aan de [adres], Oranjestad te Aruba, in vrijwaring op te roepen tegen de zitting van
woensdag 6 februari 2019, onder overlegging van het inleidend verzoekschrift in de hoofdzaak, de incidentele conclusie van eis tot oproeping in vrijwaring en dit vonnis in het incident, ten einde te worden gehoord op de vordering tot veroordeling van Boogaard Assurantiën N.V. om aan Nos Seguro te vergoeden, hetgeen waartoe Nos Seguro in de hoofdzaak jegens New India zal worden veroordeeld;
houdt iedere verdere beslissing aan;
in de hoofdzaak:
verwijst de zaak naar de rolzitting van
woensdag 6 februari 2019voor conclusie van antwoord;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Verheijen, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 9 januari 2019 in aanwezigheid van de griffier.