ECLI:NL:OGEAA:2019:399
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- N.K. Engelbrecht
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot teruggave van minderjarigen aan ouders in het kader van voorlopige kinderbeschermingsmaatregelen
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 2 juli 2019 een beschikking gegeven met betrekking tot de teruggave van drie minderjarigen aan hun ouders. Het Openbaar Ministerie had een verzoek ingediend tot bekrachtiging van de voorlopige toevertrouwing van de minderjarigen aan de Voogdijraad, na meldingen van mishandeling en verwaarlozing. De procedure begon met een vordering op 23 januari 2019, gevolgd door een mondelinge behandeling op 19 maart 2019. Tijdens deze zitting waren de officier van justitie en de ouders aanwezig, evenals raadsonderzoekers van de Voogdijraad.
De feiten tonen aan dat de minderjarigen, geboren in 2004, 2005 en 2008, onder toezicht van hun ouders stonden, maar dat het Openbaar Ministerie hen tijdelijk aan de Voogdijraad had toevertrouwd vanwege zorgen over hun veiligheid. De Voogdijraad had gerapporteerd over fysieke mishandeling van de oudste minderjarige en andere zorgen zoals huiselijk geweld en alcoholmisbruik door de vader. De ouders ontkenden echter de beschuldigingen en stelden dat de vader slechts een keer had gestraft.
Het gerecht oordeelde dat de voorlopige maatregel niet bedoeld is om de Voogdijraad tijd te geven voor verder onderzoek, maar om te beoordelen of er gronden zijn voor ontheffing van het gezag. Na beoordeling van de feiten en het rapport van de Voogdijraad, concludeerde het gerecht dat er onvoldoende bewijs was voor de gronden van de voorlopige maatregel. Daarom werd besloten tot teruggave van de minderjarigen aan hun ouders, waarbij de veiligheid van de kinderen voorop stond.