In deze alimentatiezaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de Voogdijraad een verzoek ingediend tot het veroordelen van de vader tot betaling van een maandelijkse bijdrage van Afl. 300,- voor de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige, geboren in 2006. De vader, die de minderjarige heeft erkend, is niet verschenen op de zitting en heeft geen verweerschrift ingediend. De moeder, die geen werk heeft en afhankelijk is van bijstand, heeft de kosten van de minderjarige vastgesteld op Afl. 600,- per maand.
Het gerecht heeft vastgesteld dat ouders verplicht zijn om bij te dragen aan de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen, naar draagkracht. Aangezien de vader niet heeft gereageerd op het verzoek en de moeder onvoldoende middelen heeft, heeft het gerecht geoordeeld dat een bijdrage van Afl. 300,- per maand door de vader redelijk is. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de vader direct moet beginnen met betalen, ondanks eventuele toekomstige rechtsmiddelen.
De uitspraak is gedaan door mr. N.K. Engelbrecht op 2 juli 2019, en de beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De zaak is geregistreerd onder nummer AUA201803297.