ECLI:NL:OGEAA:2019:393

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
2 juli 2019
Publicatiedatum
8 juli 2019
Zaaknummer
AUA201802795
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bepaling omgangsregeling en handhaving gezamenlijk gezag in een echtscheidingszaak

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 2 juli 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een vader en een moeder over de omgangsregeling met hun minderjarige kinderen. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.J. Hart, verzocht om een uitgebreidere omgangsregeling, terwijl de moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.L.F. Dijkhoff, verweer voerde tegen dit verzoek en tevens vroeg om alleen belast te worden met het gezag over de kinderen. De minderjarigen zijn geboren uit het huwelijk tussen partijen, dat in 2014 is ontbonden. Bij eerdere beschikking is bepaald dat partijen gezamenlijk gezag uitoefenen over de kinderen, met het hoofdverblijf bij de moeder.

De procedure omvatte een mondelinge behandeling op 28 mei 2019, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. De moeder heeft bezwaren geuit tegen een omgang met overnachting, onder andere vanwege eerdere incidenten en het welzijn van de kinderen. Het gerecht heeft een voorlopige omgangsregeling vastgesteld, waarbij de vader de kinderen op bepaalde dagen en tijden bij zich mag hebben. De ouders zijn geadviseerd om goed met elkaar te communiceren over de opvoeding van de kinderen.

Het gerecht heeft uiteindelijk besloten de omgangsregeling vast te stellen zoals eerder besproken en heeft het verzoek van de moeder om alleen met het gezag belast te worden afgewezen. De Voogdijraad heeft geadviseerd het gezamenlijk gezag te handhaven, wat door de moeder is bevestigd. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

Beschikking van 2 juli 2019
Behorend bij EJ nr. AUA201802795
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[naam vader],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. C.J. Hart,
tegen
[naam moeder],
wonende in Aruba,
VERWEERSTER, hierna de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. R.L.F. Dijkhoff.
Belanghebbende:
[naam minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] in Aruba,
[naam minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] in Aruba,
de minderjarigen.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 7 september 2018,
  • het verweerschrift, tevens inhoudende een zelfstandig verzoek, met onderliggende stukken ingediend op 3 december 2018,
  • de mondelinge behandeling ter zitting met gesloten deuren van 4 december 2018, in aanwezigheid van partijen in persoon, bijgestaan door hun gemachtigden, en de medewerker van de Voogdijraad, mevrouw A. Emmanuel,
  • het rapport van de Voogdijraad, ingediend 12 april 2019,
- de mondelinge behandeling ter zitting met gesloten deuren van 28 mei 2019, in aanwezigheid van partijen in persoon en bijgestaan door hun gemachtigden voornoemd, en namens de Voogdijraad, de heer M. Loopstok en mr. M. Ras en S. Figaroa. Ter zitting hebben partijen, ieder voor zich, een schriftelijke reactie op het rapport van de Voogdijraad overgelegd. De uitspraak is bepaald op heden.
2.DE FEITEN
2.1
De minderjarigen voornoemd zijn geboren uit het huwelijk tussen partijen.
2.2
Bij beschikking van dit gerecht van 1 september 2014 (EJ 1790/2014), is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. Bij die beschikking is bepaald dat partijen gezamenlijk belast blijven met de uitoefening van het gezag over de minderjarigen, en is het hoofdverblijf van de minderjarigen bij de moeder bepaald.
2.3
Partijen hebben op 24 oktober 2014, afspraken gemaakt over de omgang tussen de vader en de minderjarigen. De moeder heeft eenzijdig deze omgangsregeling gewijzigd en het contact tussen de vader en de minderjarigen beperkt tot 1 uur per week bij haar thuis.

3.HET VERZOEK

3.1
De vader heeft verzocht om een uitgebreidere omgangsregeling tussen hem en de minderjarigen vast te stellen.
3.2
De moeder heeft verweer gevoerd tegen het verzoek van de vader en geconcludeerd tot afwijzing ervan.
3.3
De moeder heeft als zelfstandig verzoek, verzocht om voortaan alleen belast te worden met het gezag over de minderjarigen.
3.4
De vader heeft hiertegen verweer gevoerd.

4.DE BEOORDELING

Omgang

4.1
Wat betreft het verzoek van de vader om een omgangsregeling met de minderjarigen vast te stellen, overweegt het gerecht het volgende. Ingevolge artikel 1:377h BW kan de rechter, in geval van gezamenlijke gezagsuitoefening, een regeling vaststellen inzake de omgang tussen het kind en de ouder bij wie het kind zijn gewone verblijfplaats niet heeft.
4.2
De moeder heeft bezwaren geuit tegen een omgang met overnachting en heeft ter onderbouwing daarvan het volgende aangevoerd.
De minderjarigen werden bij de vader gepest door de kinderen van de huidige echtgenote van de vader. Verder heeft de vader in het verleden zich niet gehouden aan de afspraken en heeft de huidige echtgenote de minderjarige [minderjarige 1] in december 2014 een klap in haar gezicht gegeven, waar [minderjarige 1] heel lang een trauma aan heeft overgehouden. De minderjarigen voelen zich niet op hun gemak bij de vader thuis en de moeder wenst daarom eerst begeleiding van een deskundige voor de minderjarigen, voordat een uitbreiding van de omgangsregeling tot stand komt.
4.3
Ter zitting van 4 december 2018 heeft het gerecht een voorlopige omgangsregeling bepaald, inhoudende dat de vader de kinderen elke zondag van 10:00 uur tot 16:00 uur bij zich mag hebben, verder dat hij de kinderen in de week dat hij tot 15.00 uur werkt, op dinsdag en donderdag na zijn werk om 15:00 uur thuis ophaalt en 18:00 uur terugbrengt, en in de week dat hij tot 18:00 uur werkt, op dinsdag en donderdag na zijn werk om 18:00 uur thuis ophaalt en om 19:00 uur terugbrengt. Daarbij is overwogen dat de omgangsregeling moet worden opgebouwd. Volgens partijen verloopt deze omgangsregeling goed.
4.4
Het gerecht overweegt dat, vooral bij jonge kinderen zoals in dit geval, de verantwoordelijkheid voor een omgangsregeling tussen het kind en de niet-verzorgende ouder, primair bij de verzorgende ouder ligt. Dat betekent in dit geval dat de moeder, in het belang van de minderjarigen, hen door haar houding, steun, vertrouwen en toestemming dient te geven voor een omgangsregeling met de vader.
Anderzijds brengt het recht op omgang van de vader met zich, dat de vader jegens de minderjarigen en de moeder de verplichting heeft zich aan de vastgestelde regeling te houden.
Gelet op het voorgaande, hetgeen ter zitting is besproken en nu overigens is gebleken dat een omgangsregeling in het belang van de minderjarigen is, zal het gerecht de omgangsregeling tussen de vader en de minderjarigen vaststellen zoals hierna vermeld.
Gezag
4.5
De Voogdijraad heeft geadviseerd het gezamenlijk gezag te handhaven, omdat uit het onderzoek niet is gebleken dat de minderjarigen klem dreigen te raken tussen de ouders. De ouders kunnen (goed) met elkaar communiceren over aangelegenheden die de minderjarigen aangaan en zij verzorgen de minderjarigen goed. De Voogdijraad acht het voor de ontwikkeling van de minderjarigen van belang dat beiden ouders betrokken zijn en blijven bij hun opvoeding en ontwikkeling.
4.6
Ter zitting heeft de moeder ingestemd met het voortzetten van het gezamenlijke gezag over de minderjarigen.
4.7
Gelet hierop zal haar verzoek om haar voortaan alleen met het gezag te belasten, worden afgewezen.
Kosten
4.8
Gelet op de aard van de procedure, zullen de kosten worden gecompenseerd.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
- bepaalt de omgangsregeling tussen de vader en de minderjarigen als volgt:
  • in de week dat de vader tot 15.00 uur werkt: elke dinsdag en donderdag, van 15.30 uur tot 19.00 uur,
  • in de week dat de vader tot 18:00 uur werkt: elke dinsdag en donderdag van 18:30 uur tot 19:30 uur,
  • elke zondag van 10:00 uur tot 16:00 uur,
en verder:
  • in juli en augustus 2019: één weekend per maand - na een week waarin de vader tot 18:00 uur heeft gewerkt - vanaf zaterdag 8.45 uur tot zondag 19.00 uur,
  • ingaande 1 september 2019: om het weekend - na de weken waarin de vader tot 18:00 uur heeft gewerkt - vanaf zaterdag 8.45 uur tot zondag 19.00 uur,
waarbij de vader telkens de minderjarigen bij de moeder thuis ophaalt en daar weer terugbrengt,
- verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
- compenseert de proceskosten tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
- wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 2 juli 2019 in aanwezigheid van de griffier.
personen- en familierecht, bepaling omgangsregeling, gezamenlijk gezag blijft gehandhaafd