ECLI:NL:OGEAA:2019:380
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Hoofdelijkheid in schadevergoeding na ongeval met niet ingeleverde verzekering
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vorderde AIG Insurance N.V. (hierna: AIG) betaling van Afl. 12.437,65 van [Gedaagde sub 1] en [Gedaagde sub 2] na een ongeval waarbij [Gedaagde sub 2] onder invloed van alcohol een auto bestuurde die eerder door [Gedaagde sub 1] was verkocht. AIG had op basis van de verzekering van [Gedaagde sub 1] schade uitgekeerd aan een derde benadeelde. De procedure omvatte verschillende processtukken, waaronder een verzoekschrift en conclusies van antwoord en repliek. De kern van de zaak draaide om de vraag of [Gedaagde sub 1] en [Gedaagde sub 2] hoofdelijk aansprakelijk waren voor de schadevergoeding aan AIG, gezien het feit dat [Gedaagde sub 1] zijn verzekeringsbewijs niet had ingeleverd na de verkoop van de auto, en [Gedaagde sub 2] geen nieuwe verzekering had afgesloten. Het Gerecht oordeelde dat de verzekering van [Gedaagde sub 1] ten tijde van het ongeval nog steeds geldig was, omdat het verzekeringsbewijs niet was ingeleverd. Hierdoor was AIG gerechtigd om de schade op [Gedaagde sub 1] te verhalen. De vordering van AIG werd toegewezen, met veroordeling van beide gedaagden tot betaling van het schadebedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.