ECLI:NL:OGEAA:2019:379
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om schorsing van de afwijzing van inschrijving huwelijk in bevolkingsregister
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 1 juli 2019 uitspraak gedaan op een verzoek van de verzoeker om de afwijzing van de inschrijving van zijn huwelijk in het bevolkingsregister te schorsen. De verzoeker, die op 21 augustus 2017 in Venezuela met zijn echtgenote is getrouwd, heeft op 12 november 2018 verzocht om dit huwelijk in te schrijven in Aruba. De afwijzing van dit verzoek door het hoofd van de Dienst Burgerlijke Stand en Bevolkingsregister werd op 24 april 2019 gedaan, waarbij werd gesteld dat er twijfels bestonden over de echtheid van het huwelijk en de intentie om samen te wonen. De verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt en een verzoekschrift ingediend op 3 juni 2019. Tijdens de zitting op 17 juni 2019 heeft de verzoeker zijn standpunt toegelicht, waarbij hij aanvoerde dat hij in afwachting van de inschrijving van het huwelijk nog geen verblijfsvergunning had aangevraagd en in de illegaliteit verkeerde. De verweerder stelde echter dat de inschrijving van een buitenlands huwelijk geen voorlopig karakter heeft en dat de beslissing om de inschrijving al dan niet toe te staan niet aan hen was, maar aan de minister van Justitie. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat een schorsing van de afwijzing niet kan leiden tot inschrijving van het huwelijk, omdat dit geen voorlopig karakter heeft. De rechter heeft het verzoek van de verzoeker afgewezen, met de overweging dat de weigering van de inschrijving is gebaseerd op de Landsverordening bevolkingsregister en dat de verzoeker niet kan bereiken dat hem tijdelijk verblijf wordt verleend. De uitspraak werd gedaan door mr. D.J. Jansen en is definitief, er staat geen rechtsmiddel open.