Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
5.PROCESKOSTENVERGOEDING EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft belanghebbende, X, beroep ingesteld tegen de aanslagen in de inkomstenbelasting en premieheffing AZV voor het jaar 2012, opgelegd door de Inspecteur der Belastingen. De aanslagen zijn gebaseerd op een belastbaar inkomen van Afl. 62.466 en een premie-inkomen van Afl. 67.350. Belanghebbende betwist de hoogte van de aanslagen en stelt dat een bedrag aan loonbelasting als voorheffing verrekend kan worden met de aanslag inkomstenbelasting. De Inspecteur heeft de aanslagen gehandhaafd en betwist dat er loonbelasting is ingehouden.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat belanghebbende niet heeft aangetoond dat er loonbelasting is ingehouden, en dat hij niet te goeder trouw was met betrekking tot de inhouding. Hierdoor kan de loonbelasting niet worden verrekend met de inkomstenbelasting. Ook heeft belanghebbende niet kunnen bewijzen dat de NV premie AZV heeft ingehouden, waardoor deze niet als voorheffing kan worden verrekend met de aanslag premieheffing AZV. De verzuimboete van Afl. 250, opgelegd wegens het niet tijdig indienen van de aangifte, is eveneens gehandhaafd.
De uitspraak van het Gerecht op 26 juni 2019 verklaart het beroep inzake de aanslag inkomstenbelasting en de verzuimboete ongegrond, maar verklaart het beroep inzake de aanslag premie AZV gegrond, en vermindert deze tot Afl. 7.522. Het betaalde griffierecht van Afl. 25 dient door de Inspecteur aan belanghebbende te worden vergoed.