ECLI:NL:OGEAA:2019:374
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Rechterlijke toetsing van de rechtmatigheid van inbewaringstelling van een Venezolaanse verzoeker
In deze zaak heeft de rechter-commissaris op 12 juni 2019 uitspraak gedaan over de rechtmatigheid van de inbewaringstelling van een Venezolaanse verzoeker. De inbewaringstelling was bevolen door de minister van Justitie, Veiligheid en Integratie op 29 mei 2019. De rechter-commissaris heeft op 31 mei 2019 geoordeeld dat deze vrijheidsontneming rechtmatig is. Verzoeker heeft op 4 juni 2019 een verzoekschrift ingediend, waarin hij de rechtmatigheid van zijn inbewaringstelling aanvecht. Tijdens de zitting op 12 juni 2019 is verzoeker in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde drs. M.L. Hassell, terwijl de minister vertegenwoordigd was door mr. M.P. Jansen.
De rechter-commissaris heeft in zijn beoordeling gekeken naar de belangen van de betrokken partijen en de duur van de bewaring. Hij heeft vastgesteld dat er, gezien de korte tijd die sinds de laatste toetsing is verstreken, geen reden is om te concluderen dat de minister onvoldoende aan de uitzetting van verzoeker werkt. Verzoeker is verplicht mee te werken aan zijn uitzetting, ook al probeert hij een verblijfsvergunning te verkrijgen. Na afweging van alle belangen heeft de rechter-commissaris besloten dat het voortduren van de bewaring niet onrechtmatig is en heeft hij het verzoek van verzoeker afgewezen.