Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
[ Verzoeker ],
de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie,
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
De standpunten van partijen
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Op 26 juni 2019 heeft de voorzieningenrechter van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een Venezolaanse verzoeker die een vergunning tot tijdelijk verblijf had aangevraagd, maar wiens aanvraag op 15 januari 2019 was afgewezen door de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie. De verzoeker heeft op 5 februari 2019 bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing en op 5 juni 2019 verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 12 juni 2019 is de zaak behandeld, waarbij zowel de verzoeker als de verweerder vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de verzoeker niet voldoet aan de criteria van het Toelatingshandboek 2018 van het Departamento di Integracion, Maneho y Admision di Stranhero (Dimas), specifiek punt 9, omdat hij pas jaren na zijn binnenkomst een aanvraag heeft ingediend. De rechter oordeelt dat de tegenwerping van het uitlandigheidsbeginsel in overeenstemming is met het geldende beleid en dat de verweerder het bestreden besluit kan handhaven. De voorzieningenrechter concludeert dat er geen grond is voor schorsing van het bestreden bevelschrift en wijst het verzoek af.
De uitspraak is gedaan door mr. M. Soffers en is definitief, aangezien er geen rechtsmiddel openstaat tegen deze beslissing.