ECLI:NL:OGEAA:2019:367

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
24 juni 2019
Publicatiedatum
25 juni 2019
Zaaknummer
AUA201900142
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursrechtelijke uitspraak inzake asielverzoek en bezwaar tegen uitblijven beslissing

Op 4 mei 2018 heeft de appellant een asielverzoek ingediend bij DIMAS. Na het uitblijven van een beslissing op dit verzoek, heeft de appellant op 14 september 2018 een bezwaarschrift ingediend. Vervolgens heeft de appellant op 16 januari 2019 beroep ingesteld bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, omdat er geen beslissing was genomen op het bezwaar. De verweerder, de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie, heeft geen verweerschrift ingediend. Het gerecht heeft op 24 juni 2019 uitspraak gedaan.

In de uitspraak overweegt het gerecht dat de appellant tijdig in beroep is gekomen. Gezien artikel 32 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar), kan het gerecht onmiddellijk uitspraak doen als de beslissing waartegen het beroep is gericht kennelijk niet in stand kan blijven en als er geen verweerschrift is ingediend. Het gerecht constateert dat er ten tijde van het sluiten van het onderzoek geen reële beslissing op het bezwaar was genomen, waardoor de afwijzende beslissing niet in stand kan blijven. Het beroep wordt gegrond verklaard en de verweerder wordt opgedragen binnen acht weken na de uitspraak een reële beslissing te nemen.

Daarnaast wordt de verweerder veroordeeld tot betaling van de kosten van het geding, begroot op Afl. 300,- aan gemachtigdesalaris. De rechter vernietigt de bestreden fictieve beslissing op het bezwaar van de appellant en gelast de teruggave van het door de appellant gestorte griffierecht van Afl. 25,-. De uitspraak is gedaan door mr. N.K. Engelbrecht en kan door beide partijen binnen zes weken na dagtekening in hoger beroep worden aangevochten bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.

Uitspraak

Uitspraak van 24 juni 2019
Lar nr. AUA201900142
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
[appellant],
wonende in Aruba,
APPELLANT,
gemachtigde: drs. M.L. Hassell,
gericht tegen:
de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie,
zetelend in Aruba,
VERWEERDER.

1.PROCESVERLOOP

Op 4 mei 2018 heeft appellant een asielverzoek bij DIMAS ingediend.
Appellant heeft op 14 september 2018 een bezwaarschrift ingediend tegen het uitblijven van een beslissing op het asielverzoek.
Tegen het uitblijven van een beslissing op het bezwaar heeft appellant op 16 januari 2019 beroep ingesteld bij dit gerecht.
Verweerder heeft geen verweerschrift ingediend.
Uitspraak is bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Het gerecht overweegt dat appellant tijdig in beroep is gekomen tegen het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaarschrift.
2.2
Ingevolge artikel 32, onder c en onder e, van de Lar kan het gerecht onmiddellijk uitspraak doen indien de beslissing waartegen het beroep is gericht, kennelijk niet in stand kan blijven, alsmede indien het bestuursorgaan binnen de gestelde termijn geen verweerschrift heeft ingediend. De vaststelling dat ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar is genomen, maakt dat de ongemotiveerde, als afwijzende beslissing op het bezwaar geldende, beslissing (artikel 23, tweede lid van de Lar), kennelijk niet in stand kan blijven. Gelet hierop en op het ontbreken van enig verweer zal het beroep gegrond worden verklaard. Verweerder dient binnen acht weken na deze uitspraak een reële beslissing te nemen.
2.3
Nu appellant met recht in beroep is gekomen en zich bij gemachtigde heeft laten vertegenwoordigen, is aannemelijk geworden dat appellant hiertoe noodzakelijke kosten heeft gemaakt. Verweerder zal worden veroordeeld in de kosten van dit geding, begroot op een bedrag van Afl. 300,- aan gemachtigdesalaris.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden fictieve beslissing op het bezwaar van appellant;
- bepaalt dat verweerder binnen acht weken na dagtekening van deze uitspraak een reële beslissing dient te nemen op het bezwaar van appellant;
- veroordeelt verweerder tot betaling van de door appellant voor dit geding gemaakte kosten aan rechtskundige bijstand, begroot op Afl. 300,-;
- gelast de teruggave van het door appellant gestorte griffierecht van Afl. 25,- .
Deze beslissing is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op maandag, 24 juni 2019, in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na dagtekening van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (LAR-zaken).
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij de griffie van dit Gerecht.
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de dag van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.