ECLI:NL:OGEAA:2019:358

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
19 juni 2019
Publicatiedatum
24 juni 2019
Zaaknummer
AUA201901677
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding betreffende ontruiming en betaling van achterstallige huur

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die niet verschenen was. De procedure begon met een verzoekschrift en een mondelinge behandeling op 7 juni 2019. Eiseres vorderde ontruiming van een door gedaagde gehuurde woning en betaling van achterstallige huur van Afl. 3.850,-, vermeerderd met rente en kosten. Eiseres stelde dat zij de huurovereenkomst met gedaagde had opgezegd per 1 april 2019, na toestemming van de Huurcommissie op 11 oktober 2018. Gedaagde weigerde echter te vertrekken en had sinds juli 2018 de huur niet betaald.

Het gerecht verleende verstek aan gedaagde, die behoorlijk was opgeroepen. De stellingen van eiseres werden niet weersproken, en het gerecht oordeelde dat de vordering niet onrechtmatig of ongegrond was. De ontruimingstermijn werd vastgesteld op 14 dagen, en de wettelijke rente werd toegewezen vanaf de datum van het verzoek. Gedaagde werd ook veroordeeld in de kosten van het geding.

In de uitspraak werd gedaagde veroordeeld om binnen 14 dagen na betekening van het vonnis het appartement te ontruimen, met afgifte van de sleutels aan eiseres. Daarnaast moest gedaagde het bedrag van Afl. 3.850,- betalen, vermeerderd met wettelijke rente, en werd hij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van eiseres werden begroot op Afl. 450,- aan griffierecht, Afl. 245,34 aan explootkosten en Afl. 2.500,- aan salaris van de gemachtigde. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 19 juni 2019
Behorend bij K.G. AUA201901677
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[Eiseres],
te Aruba,
EISERES, hierna ook te noemen: [eiseres],
gemachtigden: mrs. C.F.K.J. Lejuez en C.S. Edwards,
tegen:
[Gedaagde],
te Aruba,
GEDAAGDE, hierna ook te noemen: [gedaagde],
niet verschenen.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling op 7 juni 2019.
1.2
Aan de verschenen partij is meegedeeld dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2.HET GESCHIL EN DE BEOORDELING

2.1
Tegen [gedaagde], die behoorlijk is opgeroepen, is verstek verleend.
2.2 [
eiseres] vordert ontruiming van een door [gedaagde] gehuurde woning en betaling van een bedrag aan achterstallige huur ten belope van Afl. 3.850,- vermeerderd met rente en kosten.
2.3
Aan haar vordering legt [eiseres] ten grondslag dat zij de huurovereenkomst met [gedaagde] met betrekking tot het appartement aan de [adres] te Aruba tegen 1 april 2019 heeft opgezegd, na op 11 oktober 2018 verkregen toestemming van de Huurcommissie. [gedaagde] weigert uit het gehuurde te vertrekken. Tevens voert [eiseres] aan dat de huur sedert juli 2018 onbetaald blijft.
2.4
De stellingen van [eiseres] zijn niet weersproken. Toewijzing van het gevorderde in na te melden zin komt het gerecht niet onrechtmatig of ongegrond voor. De ontruimingstermijn wordt gesteld op 14 dagen. De wettelijke rente zal, bij gebrek van een duidelijk aan te wijzen datum, worden toegewezen vanaf de datum van het verzoek. [gedaagde] zal in de kosten van het geding worden veroordeeld.

3.DE UITSPRAAK

Het gerecht:
veroordeelt [gedaagde] om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis het appartement aan de [adres] te Aruba te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en zaken, voor zover deze laatste niet het eigendom van [eiseres] zijn, met afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van [eiseres];
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiseres] van een bedrag van Afl. 3.850,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 mei 2019 tot de dag waarop volledig zal zijn betaald;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [eiseres] worden begroot op Afl. 450,- aan griffierecht, Afl. 245,34 aan explootkosten en Afl. 2.500,- aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag, 19 juni 2019 in aanwezigheid van de griffier.