ECLI:NL:OGEAA:2019:357
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over nakoming arbeidsovereenkomst en betaling achterstallig loon
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. E.E. Rosenstand, een kort geding aangespannen tegen het Land Aruba. De procedure volgde op een eerdere beschikking van 2 april 2019, waarin het Land was veroordeeld tot integrale nakoming van de arbeidsovereenkomst met eiseres. Eiseres klaagde dat het Land weigerde haar loon te betalen en haar niet in staat stelde haar werkzaamheden uit te voeren. In het kort geding vorderde eiseres betaling van Afl. 1.895,- aan achterstallig loon, alsook de afgifte van een uniform en andere benodigdheden om haar werk te kunnen doen.
Tijdens de zitting op 7 juni 2019 heeft het Land geen verweer gevoerd, maar wel aangegeven dat de minister de arbeidsovereenkomst met eiseres wil opzeggen. Het Gerecht oordeelde dat eiseres belang had bij haar vordering tot betaling van het achterstallige loon, ondanks dat de verplichting tot doorbetaling al was opgenomen in de eerdere beschikking. Het Gerecht wees het Land op zijn verplichting om rechterlijke uitspraken na te komen en dat het niet nakomen van deze verplichtingen gevolgen heeft voor het vertrouwen in de overheid.
In de uitspraak van 19 juni 2019 werd het Land veroordeeld om binnen 72 uur na betekening van het vonnis eiseres haar uniform en benodigdheden te geven, en haar wederom in het dienstrooster op te nemen. Bij niet-nakoming werd een dwangsom van Afl. 250,- per dag opgelegd, met een maximum van Afl. 25.000,-. Daarnaast werd het Land veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de kant van eiseres werden begroot op Afl. 450,- aan griffierecht, Afl. 228,21 aan explootkosten en Afl. 2.500,- aan salaris van de gemachtigde. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.