ECLI:NL:OGEAA:2019:356
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Civiele vordering tot schadevergoeding op grond van wanprestatie en onrechtmatige daad
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.A.D.A. Carlo, een vordering ingesteld tegen gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.O. Lopez. De vordering betreft een schadevergoeding van Afl. 32.246,-, vermeerderd met rente en kosten die de fiscus op de naheffingsaanslagen bijtelt. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 24 oktober 2018, waarin eiser in de gelegenheid werd gesteld om bewijsstukken over te leggen. Gedaagde heeft een beroep gedaan op verjaring, maar het gerecht heeft geoordeeld dat de verjaring tijdig is gestuit door eiser. Het beroep op rechtsverwerking door gedaagde is verworpen, omdat onvoldoende feiten zijn aangedragen.
Eiser heeft zijn vordering onderbouwd met documenten en heeft gesteld dat hij de aanslagen nog niet heeft betaald, omdat hij een civiele procedure tegen gedaagde heeft aangespannen. Het gerecht heeft geoordeeld dat de vordering van eiser niet afhankelijk is van de betaling aan de fiscus, aangezien er een opeisbare vordering bestaat. De vordering van eiser is toegewezen, met de bepaling dat de rente en kosten tot aan de betaling door gedaagde worden toegewezen. Gedaagde is veroordeeld in de proceskosten van eiser, die zijn begroot op Afl. 750,- aan griffierechten, Afl. 196,65 aan oproepingskosten en Afl. 3.125,- aan gemachtigdensalaris. Het vonnis is uitgesproken op 19 juni 2019 door mr. M. Schoemaker.