ECLI:NL:OGEAA:2019:352
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.K. Engelbrecht
- Rechtspraak.nl
Uitzetting van een Venezolaanse verzoekster na afloop van haar tijdelijke verblijfsvergunning
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 5 juni 2019 uitspraak gedaan over het verzoek van een Venezolaanse verzoekster die na het verstrijken van haar tijdelijke verblijfsvergunning als toerist in Aruba was aangetroffen. De verzoekster, geboren op 17 april 1997, was op 25 mei 2018 Aruba binnengekomen met een verblijfsduur van drie dagen. Na een aanrijding op 5 mei 2019 kon zij geen geldige verblijfstitel of rijbewijs tonen. De minister van Justitie, Veiligheid en Integratie had daarop haar uitzetting bevolen, wat de verzoekster aanvocht met een beroep op het non-refoulementbeginsel, omdat zij vreesde voor haar leven in Venezuela.
De voorzieningenrechter overwoog dat de verzoekster geen asielaanvraag had ingediend en dat haar Venezolaanse nationaliteit op zichzelf onvoldoende was om een verbod op refoulement aan te nemen. De rechter concludeerde dat de grond voor uitzetting, zoals genoemd in artikel 15 van de Landsverordening toelating en uitzetting (Ltu), zich voordeed, omdat de verzoekster na het verstrijken van haar verblijfsvergunning in Aruba was aangetroffen. De rechter oordeelde dat er geen grond was voor schorsing van het bevel tot uitzetting en wees het verzoek van de verzoekster af.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor verzoeksters om tijdig een geldige verblijfsvergunning of asielaanvraag in te dienen, en bevestigt dat de autoriteiten bevoegd zijn om uitzetting te bevelen wanneer aan de wettelijke voorwaarden is voldaan. De beslissing werd genomen in aanwezigheid van de griffier en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.