ECLI:NL:OGEAA:2019:351

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
5 juni 2019
Publicatiedatum
18 juni 2019
Zaaknummer
AUA201901509
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om schorsing van de bestreden beschikking inzake vergunning tot tijdelijk verblijf

In deze zaak heeft de verzoeker, geboren op 2 december 1993 in Venezuela, op 29 juni 2018 een uitzetting ondergaan met een terugkeerverbod van 18 maanden. In december 2018 heeft hij een aanvraag ingediend voor een vergunning tot tijdelijk verblijf om in Aruba te werken. Na zijn terugkeer in januari 2019 heeft hij een asielaanvraag ingediend, welke hij op 2 april 2019 schriftelijk heeft ingetrokken. Deze intrekking leidde ertoe dat de verzoeker niet meer werd toegelaten tot Aruba, conform het geldende beleid dat vereist dat de beslissing op de eerste aanvraag in het buitenland moet worden afgewacht.

De verzoeker heeft op 12 april 2019 bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een vergunning tot tijdelijk verblijf. Op 8 mei 2019 heeft hij een verzoekschrift ingediend bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, waarin hij verzocht om schorsing van de bestreden beschikking. De zitting vond plaats op 22 mei 2019, waarbij de verzoeker in persoon verscheen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en de verweerder vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de verzoeker niet voldoet aan de voorwaarden voor de verblijfstitel en illegaal in Aruba verblijft. De verzoeker heeft aangevoerd dat hij misleidende informatie heeft ontvangen en dat zijn ingediende documenten controleerbaar zijn. Echter, de rechter heeft geoordeeld dat de bestreden beschikking in stand blijft, omdat de verzoeker de beslissing op zijn aanvraag in het buitenland moet afwachten. Het verzoek om schorsing is afgewezen, en de uitspraak is gedaan door mr. N.K. Engelbrecht op 5 juni 2019.

Uitspraak

Uitspraak van 5 juni 2019
Lar nr. AUA201901509

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het verzoek in de zin van artikel 54 van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:

[ Verzoeker ],

wonend in Aruba,
VERZOEKER,
gemachtigde: de advocaat mr. C.H. Lejuez,
gericht tegen:

De minister van Justitie, Veiligheid en Integratie,

zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: J. Harewood (DIMAS).

PROCESVERLOOP

Bij beschikking, gedateerd 12 april 2019 (bestreden beschikking), heeft verweerder de aanvraag om een vergunning tot tijdelijk verblijf, afgewezen.
Tegen deze beschikking heeft verzoeker op 12 april 2019 bezwaar gemaakt.
Op 8 mei 2019 heeft verzoeker bij dit gerecht een verzoekschrift ex artikel 54 van de Lar ingediend.
Het verzoek is behandeld ter zitting van 22 mei 2019. Verzoeker is in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en verweerder bij zijn gemachtigde.
Uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

1. Ingevolge artikel 54, eerste lid, van de Lar, kan, indien krachtens deze landsverordening een bezwaar- of beroepschrift aanhangig is, de indiener daarvan aan het gerecht verzoeken om de bestreden beschikking onderscheidenlijk beslissing op het bezwaarschrift te schorsen op grond, dat de uitvoering daarvan voor betrokkene een onevenredig nadeel met zich zou brengen in verhouding tot het door een onmiddellijke uitvoering daarvan te dienen belang.
Ingevolge het tweede lid van genoemd artikel kan ter voorkoming van nadeel als bedoeld in het eerste lid, op het verzoek van genoemde indiener ook een voorlopige voorziening worden getroffen.
Standpunten van partijen
3.1
Aan de bestreden beschikking is ten grondslag gelegd dat verzoeker niet voldoet aan de voorwaarden die gesteld zijn aan de verblijfstitel. Verzoeker verblijft en werkt illegaal in Aruba, terwijl hij de beslissing op zijn verzoek in het buitenland moest afwachten. De bij indiening van zijn aanvraag ingeleverde documenten zijn voorts oncontroleerbaar.
Namens verweerder is ter zitting betwist dat een nieuw beleid is afgekondigd over het hier te lande mogen afwachten van een eerste vergunning.
3.2
Het verzoek strekt tot schorsing van de bestreden beschikking. Verzoeker heeft zich daarbij - kort samengevat - op het standpunt gesteld dat de door hem ingeleverde documenten wel degelijk controleerbaar zijn via een op die documenten vermeld nummer. Verder heeft verzoeker aangevoerd dat hij op 15 februari 2019 is toegelaten op grond van een asielaanvraag en dat hij door een medewerker van de Dimas misleidende althans onjuiste informatie heeft gekregen, waardoor hij die aanvraag heeft ingetrokken. Hij was er zich niet van bewust dat hij als gevolg daarvan illegaal in Aruba zou komen te verblijven. Ter zitting heeft verzoeker een beroep gedaan op door verweerder in een persbericht afgekondigd nieuw beleid, inhoudende dat een vreemdeling die een positief advies van de DPL heeft ontvangen over het toetreden op de Arubaanse arbeidsmarkt, de beslissing op de vergunningsaanvraag in Aruba mag afwachten, ook wanneer het een eerste vergunning betreft.
Feiten
2.1
Verzoeker is op 2 december 1993 geboren in Venezuela en heeft de Venezolaanse nationaliteit.
2.2
Bij bevelschrift van 28 juni 2018 is de verwijdering van verzoeker bevolen met oplegging van een terugkeerverbod van 18 maanden. Tegen deze beschikking heeft verzoeker geen rechtsmiddel aangewend. Op 29 juni 2019 is verzoeker feitelijk verwijderd.
2.3
Ten behoeve van verzoeker is in december 2018 een aanvraag om een vergunning tot tijdelijk verblijf ingediend.
2.4
Op 15 februari 2019 is verzoeker Aruba binnengekomen. Bij aankomst heeft hij een asielverzoek gedaan. Op grond daarvan is hij toegelaten.
2.5
Bij brief van 2 april 2019 heeft verzoeker zijn asielverzoek ingetrokken.
2.6
Bij bevelschriften van 2 april 2019 zijn de uitzetting en inbewaringstelling van verzoeker bevolen. Bij uitspraak van 20 mei 2019 van dit gerecht is de verzochte schorsing van het uitzettingsbevel, afgewezen.
2.7
Bij de bestreden beschikking is de aanvraag om een vergunning tot tijdelijk verblijf, afgewezen.
Beoordeling
4.1
Ingevolge artikel 6 van de Landsverordening toelating en uitzetting (Ltu) wordt, behalve in de artikelen 1 (personen op wie de Ltu niet van toepassing is) en artikel 3 (personen die van rechtswege zijn toegelaten), niemand in Aruba toegelaten zonder een vergunning tot tijdelijk verblijf of tot verblijf. Volgens het toelatingsbeleid dient een vreemdeling die een eerste aanvraag voor een vergunning tot tijdelijk verblijf heeft ingediend, de beslissing op zijn aanvraag in het buitenland af te wachten.
4.2
In dit geval is gebleken dat verzoeker op 29 juni 2018 Aruba is uitgezet met een terugkeerverbod van 18 maanden, derhalve geldend tot 29 december 2019. Verzoeker is in januari 2019 naar Aruba gekomen en heeft bij aankomst een asielaanvraag gedaan. Op grond hiervan is hij toen toegelaten. Op 2 april 2019 heeft hij deze aanvraag schriftelijk ingetrokken. De voorzieningenrechter overweegt dat de inhoud van deze intrekking uitdrukkelijk en uitvoerig is. Deze intrekking heeft als gevolg dat verzoeker niet meer is toegelaten en conform het gehanteerde beleid de beslissing op zijn eerste aanvraag in het buitenland diende af te wachten.
4.3
Gelet op het bovenstaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat de bestreden beschikking in bezwaar in stand zal blijven, zodat geen aanleiding bestaat deze te schorsen.
Het verzoek wordt dan ook afgewezen.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
wijst het verzoek af.
Deze beslissing is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 juni 2019 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.