ECLI:NL:OGEAA:2019:350
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Beëindiging arbeidsovereenkomst en kennelijk onredelijke opzegging door het Land Aruba
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 11 juni 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verzoekster en de publiekrechtelijke rechtspersoon Het Land Aruba. De verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. G.M. Sjiem Fat, verzocht het Gerecht om te verklaren dat de opzegging van haar dienstverband door het Land kennelijk onredelijk was en om herstel van haar dienstverband. Het Land, vertegenwoordigd door mr. D.G. Kock, voerde verweer en concludeerde tot afwijzing van de verzoeken van de verzoekster.
De procedure omvatte een mondelinge behandeling waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. De verzoekster stelde dat haar arbeidsovereenkomst, die oorspronkelijk voor bepaalde tijd was, stilzwijgend was verlengd en dat de beëindiging daarvan door het Land onterecht was. Het Gerecht heeft echter geoordeeld dat er geen bewijs was voor een stilzwijgende verlenging en dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege was geëindigd op de afgesproken einddatum.
Het Gerecht concludeerde dat er geen sprake was van een kennelijk onredelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst door het Land en wees de vorderingen van de verzoekster af. Tevens werd de verzoekster veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van het Land zijn begroot op Afl. 2.500,--. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.