ECLI:NL:OGEAA:2019:348
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Ontslag op dringende grond in arbeidsrechtelijke context
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft verzoeker, vertegenwoordigd door mr. S.O.R.’G. Faarup, een vordering ingediend tegen de naamloze vennootschap Excelsior Casino N.V., vertegenwoordigd door mr. B.M. de Sousa. De procedure betreft een verzoek tot het voortzetten van het dienstverband van verzoeker, dat door de werkgever is beëindigd op basis van dringende redenen. De beschikking is gegeven op 11 juni 2019, na een uitgebreide bewijslevering en eerdere tussenbeschikkingen.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs is geleverd dat verzoeker zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig verwijtbaar gedrag, waaronder bedreigingen aan het adres van collega's en de directeur van Excelsior. De verklaringen van getuigen, waaronder die van een collega van verzoeker, zijn als betrouwbaar beoordeeld. Het Gerecht concludeert dat de werkgever in redelijkheid niet kon worden gevergd het dienstverband van verzoeker voort te zetten, gezien de ernst van de gedragingen.
De vorderingen van verzoeker zijn afgewezen, en hij is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op Afl. 230,84 aan verschotten en Afl. 4.375,-- aan salaris voor de gemachtigde. Deze uitspraak benadrukt de strikte eisen die aan werkgevers worden gesteld bij het beëindigen van een dienstverband op basis van dringende redenen, en de noodzaak voor een zorgvuldige bewijsvoering in dergelijke zaken.