ECLI:NL:OGEAA:2019:337
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over kostenveroordeling tussen Stichting Aruba Islamic Foundation en het Land Aruba
In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de Stichting Aruba Islamic Foundation (hierna: AIF) het Land Aruba (hierna: het Land) aangeklaagd in een kort geding. De procedure vond plaats op 29 mei 2019, waarbij AIF werd vertegenwoordigd door mr. G. de Hoogd en het Land door mr. M.P. Jansen. AIF verzocht het Gerecht om het Land te veroordelen in de kosten van de procedure, omdat het Land weigerde om vrijwillig af te doen buiten liquidatie. Het Land had geen redenen opgegeven voor de weigering om in de kosten te voldoen, ondanks dat het Land volledig aan de vordering van AIF had voldaan na de aanhangigheid van het kort geding.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat het Land onnodig kosten heeft veroorzaakt door zijn weigering om vrijwillig te voldoen aan de vordering van AIF. De kosten zijn begroot op Afl. 1.250,-- aan gemachtigdensalaris, Afl. 450,- aan griffierecht en Afl. 228,21 aan oproepingskosten. In de uitspraak heeft het Gerecht het Land veroordeeld om deze kosten aan AIF te betalen, en verklaarde de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad. Het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Dit vonnis werd uitgesproken ter openbare terechtzitting op 29 mei 2019, in aanwezigheid van de griffier.