ECLI:NL:OGEAA:2019:335

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
29 mei 2019
Publicatiedatum
12 juni 2019
Zaaknummer
AUA201803412
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van hypothecaire restschuld na verkoop van onroerend goed

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vorderde de eiseres, FUNDACION CAS PA COMUNIDAD ARUBANO (hierna FCCA), van de gedaagde een bedrag van Afl. 50.708,22, vermeerderd met buitengerechtelijke kosten en rente. De vordering was gebaseerd op een hypothecaire geldlening waarbij het onderpand, een woning in Aruba, was verkocht, en het gevorderde bedrag de restschuld vertegenwoordigde. De gedaagde, die in persoon procedeerde, betwistte de schuld niet, maar verwees naar de medeschuldige, zijn echtgenote, en stelde dat het beslag te hoog was.

Het Gerecht overwoog dat uit de door FCCA overgelegde overeenkomst bleek dat de gedaagde, naast zijn echtgenote, aansprakelijk was voor de restantschuld. Het was aan de gedaagde om eventueel een deel van de schuld op zijn echtgenote te verhalen. Aangezien er geen verdere betwisting was, was het gevorderde toewijsbaar. De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten.

In de uitspraak werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag aan FCCA, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 26 oktober 2018, en tot betaling van buitengerechtelijke kosten. Daarnaast werd hij veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de kant van FCCA werden begroot. De veroordelingen werden uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Deze uitspraak vond plaats op 29 mei 2019, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 29 mei 2019
Behorend bij A.R. AUA201803412
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
FUNDACION CAS PA COMUNIDAD ARUBANO,
te Aruba,
EISERES, hierna ook te noemen: FCCA,
gemachtigde: mr. W.G.T.M. Kloes,
tegen:
[gedaagde],
te Aruba,
GEDAAGDE, hierna ook te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
1.2
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.HET GESCHIL EN DE BEOORDELING

2.1
FCCA vordert van [gedaagde] de betaling van Afl. 50.708,22 vermeerderd met (buitengerechtelijke) kosten en rente. Zij legt aan haar vordering ten grondslag dat sprake was van een hypothecaire geldlening, dat het onderpand, de woning aan de [adres] te Aruba, is verkocht en dat genoemd bedrag de restschuld is. Daarvoor is [gedaagde], naast mevrouw [echtgenote], aansprakelijk. Met de terugbetaling is hij in gebreke gebleven, aldus FCCA.
2.2 [
gedaagde] betwist de schuld niet, maar wijst op de medeschuldige, mevrouw [echtgenote]. Daarnaast vindt hij het bedrag waarvoor beslag is gelegd te hoog.
2.3
Het Gerecht overweegt dat uit de door FCCA overgelegde overeenkomst blijkt dat [gedaagde] (naast [echtgenote]) aansprakelijk is voor de restantschuld. Het ligt op zijn weg om eventueel een deel te verhalen op [echtgenote]. Bij gebrek aan verdere betwisting, ligt het gevorderde in na te melden zin voor toewijzing gereed. [gedaagde] dient zelf met (de gemachtigde van) FCCA in contact te treden voor het maken van afspraken over verlichting van het beslag, nu gesteld noch gebleken is dat het beslag is gelegd in strijd met de wettelijke regeling.
2.4 [
gedaagde] zal in de proceskosten worden veroordeeld.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan FCCA van een bedrag van Afl. 50.708,22 te vermeerderen met de wettelijke rente, vanaf 26 oktober 2018 tot de dag waarop volledig zal zijn betaald;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan FCCA van een bedrag van Afl. 2.250,- ten titel van buitengerechtelijke kosten;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van FCCA worden begroot op Afl. 750,- aan griffierecht, Afl. 874,20 aan explootkosten en Afl. 4.500,- aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag, 29 mei 2019 in aanwezigheid van de griffier.