ECLI:NL:OGEAA:2019:330
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van gehuurde woning na wanbetaling van huur door gedaagde
In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres, de moeder van gedaagde, een kort geding aangespannen om ontruiming van een appartement te vorderen dat zij aan gedaagde had verhuurd. Eiseres heeft het appartement verhuurd voor een huurprijs van Afl. 1.000,- per maand, maar gedaagde heeft sinds april 2018 geen huur meer betaald. Eiseres heeft gedaagde meerdere keren gesommeerd om de woning te verlaten, maar gedaagde heeft hieraan geen gehoor gegeven.
De procedure begon met een verzoekschrift dat op 18 april 2019 werd ingediend. De zitting vond plaats op 9 mei 2019, waarbij eiseres vertegenwoordigd was door haar advocaat, mr. S.M. Paesch. Gedaagde was niet verschenen, ondanks de deugdelijke oproeping, waardoor verstek werd verleend. De rechter heeft op 22 mei 2019 vonnis gewezen.
De rechter oordeelde dat het spoedeisend belang van de vordering niet betwist was en dat de vordering niet ongegrond of onrechtmatig was. De rechter concludeerde dat de wanprestatie van gedaagde de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde en dat de ontruimingsvordering toegewezen moest worden. Gedaagde werd bevolen om binnen 14 dagen na betekening van het vonnis het appartement te ontruimen en de sleutels aan eiseres te overhandigen. Tevens werd gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van eiseres waren gemaakt.