ECLI:NL:OGEAA:2019:33

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
16 januari 2019
Publicatiedatum
18 januari 2019
Zaaknummer
A.R. 201800021
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident tot ondervrijwaring tussen New India Assurance Representative N.V. en Nos Seguro N.V.

Op 16 januari 2019 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een vonnis gewezen in een incident tot ondervrijwaring. De zaak betreft een vordering van New India Assurance Representative N.V. (hierna: New India) tegen Nos Seguro N.V. (hierna: Nos Seguro). New India heeft verzocht om Nos Seguro in ondervrijwaring op te roepen, omdat zij meent dat Nos Seguro gehouden is om eventuele schade die New India lijdt te vergoeden. Dit verzoek is gebaseerd op de stelling dat Nos Seguro zich onrechtmatig heeft gedragen door de belangen van New India niet in acht te nemen, met name door een polisblad aan een derde te verstrekken zonder dat New India hiermee akkoord ging.

Nos Seguro heeft zich verzet tegen de ondervrijwaring en aangevoerd dat de betalingen door de derde slechts voor een beperkte dekking hebben gezorgd, waardoor er ten tijde van het ongeval geen dekking was. Het Gerecht heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat voor toewijzing van de vordering tot oproeping in vrijwaring voldoende is dat blijkt dat de waarborg verplicht is om de nadelige gevolgen van een veroordeling van de gewaarborgde te dragen. Het Gerecht heeft geoordeeld dat het belang van New India om Nos Seguro in ondervrijwaring op te roepen aanwezig is en heeft het verzoek toegewezen.

De rechter heeft tevens de zaak verwezen naar de rolzitting van 13 februari 2019 voor verdere behandeling, waarbij de proceskosten worden aangehouden tot in de hoofdzaak wordt beslist. Dit vonnis is uitgesproken door mr. J. Sap in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 16 januari 2019
Behorend bij A.R. 201800021
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN HET INCIDENT TOT ONDERVRIJWARING
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
NEW INDIA ASSURANCE REPRESENTATIVE N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: New India,
gedaagde sub 1 in de vrijwaring onder nummer AUA201800020,
eiseres in de ondervrijwaring,
gemachtigde: mr. E.J.M. Lotter Homan,
tegen:
de naamloze vennootschap
NOS SEGURO N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Nos Seguro,
gedaagde sub 2 in de vrijwaring onder nummer AUA201800020,
gedaagde in de ondervrijwaring,
gemachtigde: mr. D.G. Kock.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het vonnis in de vrijwaring onder nummer A.R. 2253 van 2017 / AUA201702848 van 20 juni 2018;
- de exploten van oproeping van 10 en 12 juli 2018, waarbij New India en Nos Seguro in vrijwaring zijn opgeroepen;
- de incidentele eis van New India tot oproeping in ondervrijwaring;
- het antwoord in het incident van Nos Seguro.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.HET VERZOEK

2.1
New India meent gronden te hebben om van Nos Seguro ondervrijwaring te vorderen en verzoekt op voet van artikel 71 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering oproeping van deze rechtspersoon te bevelen.
2.2
New India grondt het verzoek erop dat in de onderlinge rechtsverhouding tussen New India en Nos Seguro deze laatste gehouden is de eventueel door New India te lijden schade te vergoeden, aangezien Nos Seguro zich onrechtmatig, te weten in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheidsverplichting, de belangen van New India niet in acht heeft genomen. Nos Seguro heeft immers, na een gedeeltelijke betaling door [naam X] een kopie (potentieel) polisblad aan [naam X] verstrekt, en daarmee de schijn gewekt dat dat New India akkoord was met de door Nos Seguro voorgestelde verzekeringsdekking.
2.3
Nos Seguro heeft zich tegen de ondervrijwaring verzet en aangevoerd dat de (geringe) betalingen door [naam X] er toe hebben geleid dat deze slechts voor twee keer een maand dekking heeft gekregen en dat hij ten tijde van het ongeval geen dekking had.

3.DE BEOORDELING

3.1
Voor toewijzing van de vordering tot oproeping in vrijwaring is voldoende dat blijkt dat de waarborg krachtens zijn rechtsverhouding tot de gewaarborgde verplicht is om de nadelige gevolgen van een veroordeling van de gewaarborgde in de hoofdzaak te dragen. Tussen de vordering in de hoofdzaak en de vordering in vrijwaring hoeft geen rechtstreeks verband te bestaan. Evenmin is vereist dat de waarborg verplicht is om de gewaarborgde in de procedure bij te staan. Indien aan het vereiste voor het toestaan van oproeping in vrijwaring in beginsel is voldaan dient de rechter over te gaan tot een onderzoek van de belangen van partijen en de eisen van een doelmatige procesvoering teneinde te kunnen beoordelen of de oproeping tot vrijwaring in de omstandigheden van het geval op haar plaats is en meer in het bijzonder of daarvan wellicht onredelijke of onnodige vertraging van het geding te verwachten is.
3.2
In dit stadium van het geding kan nog geen onderzoek plaatsvinden naar de precieze gang van zaken. Beoordeeld moet worden of, indien wordt uitgegaan van de stellingen van New India, er een mogelijkheid bestaat dat Nos Seguro voor de nadelige gevolgen dient op te komen. De vraag of er ten tijde van het litigieuze ongeval wel of geen dekking bestond, komt in de ondervrijwaring nader aan de orde. Het Gerecht acht het belang van New India om Nos Seguro in ondervrijwaring op te roepen dan ook aanwezig en zal de incidentele vordering toestaan. De beslissing over de proceskosten wordt aangehouden tot in de hoofdzaak wordt beslist.

4.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
in het incident:
wijst het verzoek toe;
beveelt Nos Seguro in vrijwaring op te roepen tegen de zitting van woensdag 13 februari 2019, onder overlegging van het inleidend verzoekschrift in de hoofdzaak, de incidentele conclusie van eis tot oproeping in vrijwaring, het vonnis van 20 juni 2018, de incidentele conclusie tot oproeping in ondervrijwaring en dit vonnis in het incident, ten einde te worden gehoord op de vordering tot veroordeling van Nos Seguro om aan New India te vergoeden, hetgeen waartoe New India in de vrijwaring jegens [naam X] zal worden veroordeeld;
in de hoofdzaak (nummer AUA201702848):
verwijst de zaak naar de rolzitting van woensdag 13 februari 2019 voor een conclusie van antwoord aan de zijde van [naam X];
in de vrijwaring (nummer AUA201800020)
verwijst de zaak naar de rolzitting van woensdag 13 februari 2019 voor een conclusie van antwoord aan de zijde van New India en Nos Seguro;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 16 januari 2019 in aanwezigheid van de griffier.